20
46
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
Plaatselgke Commissie van Toezicht.
V.
Nieuwe leden traden toe, bij Raadsbesluit van 18 October
de heeren: J. C. Stoett, Mr. de Pinto, W. C. Gelton, Dr. M.
Kreunen en mej. O. A. van Beek; bij id. van 22 November:
mej. L. Jansen en de heeren Mr. 1. C. L. M. van Gils, K. van
Leyden. Dr. W. A. E. van der Grinten, J. N. G. Söhngeu,
C. Timmerman en I. van der Leest; bij id. van 20 December:
A. Roodhuyzen en bij id. van 17 Januari 1910 mej. E. van Loon.
Herbenoemd werden, bij Raadsbesluit van 22 November,
de leden:
Mevr. M. C. F. Baart de la Faille, geb. Bachiene, mej. C. E.
M. Brouwer Huisinga, mej. S. H. Croiset, Jonkvr. W. van
Panthaleon baronesse van Eek, mej. R. I. H. Vrancken
en de heeren: J. I). Camerling Helmolt, Dr. F. M. Cowan,
J. G. L. Dücker, P. van der Esch, J. Fillekes, Jhr. G. de Graeff,
Dr. J. de Groot, J. Nanning, Dr. A. Tiickermann en C. D.
Wesseling, terwijl bij Raadsbesluit van 20 Deeember het lid
Eene aanzienlijke mutatie had in het afgeloopen jaar onder
de leden der Commissie plaats.
10 leden namen hun ontslag, terwijl 4 leden den wensch
te kennen gaven, niet meer voor eene herbenoeming te
worden in aanmerking gebracht.
De Raad nam de kennisgeving van ontslagname aan, den
7<ien September van de Heeren: Prof. C. L. van der Bilt en
P. Goedhart, den 20sten September van den Heer Mr. L. N.
Roodenburg, den 27sten September van mej. M. A. L. van
Hettinga Tromp en den heer G. W. von Stockhausen, den
Uden October van mevr. S. Vlamingh Kiebert, geb. de Wilde
en den heer 1. van der Meer, den 18dl!n October van den heer
H. Blink, den 22sten November van den heer J. H. van de Roer
en den 20sten December van mevr. A. W. D. C. Bergansius,
geb. van Gorkum.
Voor eene herbenoeming, met ingang van 1 Januari 1910,
wenschten niet in aanmerking te komen de leden: A. S.
Carpentier Alting, D. Hannema, Dr. J. J. Attema en W. van
Gelder.