22 waren de redenen van relatief schoolverzuim: De Commissie tot wering van schoolverzuim 2e Afdeeling heeft de eer ingevolge art. 10 van het Huishoudelijk Reglement voor de Commission tot wering van schoolver zuim aan Uwen Raad hierbij verslag uit te brengen van hare werkzaamheden over het jaar 1909. armoede hulp in huishouden of bedrijf, verrichten van loonarbeid onverschilligheid van de moeder onverschilligheid van den vader onverschilligheid der ouders VERSLAG van de werkzaamheden der Commissie tot wering van schoolverzuim, 2e Afdeeling, over het jaar 1909. in 2 gevallen. 48 3 14 7 27 De samenstelling van de Commissie bleef onveranderd. Bij Raadsbesluit van 29 Maart 1909 werden de heeren Chandon en Tuijn herbenoemd als leden der Commissie. In de vergadering der Commissie van 14 Januari 1909 werden de heeren G. P. Post en G. J. N. van der Houven respectievelijk als voorzitter en secretaris herkozen. In het verslagjaar werden gehouden 24 vergaderingen. Er kwamen in 214 kennisgevingen van schoolverzuim. De behandeling der 6 laatst ingekomene moest worden uitge steld tot 1910. Van de in 1908 ingekomen kennisgevingen waren nog 2 te behandelen, zoodat in 1909 behandeld zijn 210 kennis gevingen, waarvan 205 betreffende relatief en 5 betreffende absoluut schoolverzuim. Aan de 210 oproepingen is gehoor gegeven door llöopge- roepenen, van wie 73 persoonlijk voor de Commissie kwamen en 43 zich lieten vertegenwoordigen door hunne vrouwen of gezinsleden* van 9 opgeroepenen bleven de adressen onbekend, zoodat 85 opgeroepenen aan de oproeping geen gehoor gaven; aan deze is een schriftelijke waarschuwing gezonden. Voor zoover uit de gehouden besprekingen met be opgekomenen en uit de inlichtingen, door de Hoofden van scholen welwillend verstrekt, kon worden opgemaakt, n n n n n n

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 709