Namens de Commissie voornoemd,
25
A. Hoogenraad, Voorzitter.
Verschoor, Secretaris.
Met blijdschap kan de Commissie constateeren, dat in dit
jaar bij haar geen klachten inkwamen over onwilligheid van
H. H. geneeskundigen om voor zieke kinderen een medisch
advies af te geven.
Met dank rapporteert de Commissie de welwillende mede
werking van H. H. Hoofden van Scholen, die den arbeid der
Commissie zoo vergemakkelijkten en zooveel kans op slagen
gaven door hun zeer gewaarde inlichtingen.
In de vergadering van 4 Mei kwam in het bericht van
B. en W., dat ons lid, de heer Avenarius, herbenoemd was
als zoodanig. Dit deed de Commissie veel genoegen, maar
des te meer speet het haar, dat genoemde heer in de ver
gadering van 29 September afscheid van haar moest nemen
wegens drukke ambtsbezigheden.
Den 22en November kwam bericht in, dat als plaatsver
vanger van den heer Avenarius door U benoemd was de heer
J. L. van Schie, die spoedig daarna als zoodanig zitting nam.
De Commissie -ontving nog een adres van de Commissie
in Afd. VI. In dit adres werd de vraag gedaan, of het noodig
was maatregelen te nemen om de betrokken ouders aan te
sporen trouwer gevolg te geven aan de door de Commission
gezonden oproepingen. De Commissie in deze Afdeeling oor
deelde een ontkennend antwoord op deze vraag te moeten
geven.
In de samenstelling van het Moderamen kwam geen ver
andering.
(7e Afd.) verst., v. n. comm. t. wering v. schooi,vekz. 22