I 26 I t 4 II. Bestedelingenhuis. Alvorens over te gaan tot het doen van eenige mede- deelingen aangaande het Bestedelingenhuis, is het ons een groot voorrecht er aan te herinneren, dat het H. M. de Koningin Moeder heeft behaagd, om een bezoek te brengen aan deze inrichting. H. M. is aldaar namens het Burgerlijk Armbestuur ontvangen door zijn Voorzitter en zijn Secretaris in tegenwoordigheid van den Directeur van het Bestedelingen huis H. Moot en diens echtgenoote. Op uitdrukkelijk verzoek van H. M. de Koningin-Moeder waren er in het Bestedelingenhuis geen versieringen aan gebracht, alleen was de Bestuurskamer voor een waardige ontvangst in gereedheid gebracht. Nadat H. M. de rond wandeling had volbracht en met de meeste belangstelling naar alles had geïnformeerd, heeft H. M. haar groote te vredenheid betuigd over de inrichting en het beheer van het Bestedelingenhuis. Deze verklaring wordt door het Burgerlijk Armbestuur op hoogen prijs gesteld, ook omdat daaruit op nieuw mocht blijken, dat onze ijverijge Directeur en diens vrouw in het Bestedelingenhuis beantwoorden aan de eischen, welke aan hun moeilijke taak kunnen worden gesteld. Bij de rondwandeling door het Bestedelingenhuis heeft H. M. de Koningin-Moeder aan ieder der verpleegden bloemen geschonken en bovendien een bedrag aan geld om de be- stedelingen feestelijk te onthalen. Het Bestedelingenhuis is in hoofdzaak bestemd voor de verzorging van bejaarden, die krachtens de bepaling van art. 35 der Verordening op het Burgerlijk Armbestuur den leeftijd van 65 jaren hebben bereikt, benevens ter verzorging van invaliden. Veilig mag hier worden verklaard, dat het Gesticht voldoet aan alle redelijke eischen aan eene behoorlijke verzorging te stelleniets wat door allen, die het bezoeken, bevestigd wordt. Deze inrichting wordt, gelijk men weet, onder toezicht van het Bestuur beheerd door een Directeur en diens echtge noote. Geregeld wordt het Bestedelingenhuis bezocht door de Bestuursleden. Het is het Burgerlijk Armbestuur aange naam te mogen zeggen, dat de geest onder de bestedelingen over het algemeen zeer goed is en bewijs geeft van te vredenheid over de verzorging. Het spreekt van zelf, dat de Directeur ook nu en dan straffend moet optreden- Dit kan wel niet anders in een gesticht, waar menschen met allerlei temperament en met soms donker verleden worden opge nomen. Drankmisbruik was in de meeste gevallen oorzaak van de straffen, bestaande in het inhouden van een of meei VERSLAG BURGERLIJK ARMBESTUUR.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 802