26
11
zyn bovendien werden er ingevolge het besluit van den
Gemeenteraad van 24 Mei 1909 in het Kinderziekenhuis
verpleegd 210 patiënten. Wanneer men deze drie getallen
te zamen telt, dan komt men tot een aantal van 446 patiënten
meer dan in 1908.
Dit aantal zou hooger geweest zijn, wanneer niet door
plaatsgebrek in deze drie Ziekenhuizen, vele patiënten voor-
loopig moesten worden afgewezen.
Door het college van Gemeenteartsen werd in hun aan
het Burgerlijk Armbestuur ingezonden jaarverslag er op ge
wezen, dat het in den laatsten tijd namelijk herhaaldelijk
is voorgekomen, dat patiënten ten behoeve van wie een
bewys tot opname was afgegeven, niet konden worden op
genomen. Zelfs is dit voorgekomen bij patiënten voor wie
een bewijs tot spoedopname was afgegeven. Dat dit zeer ten
nadeele dier patiënten was, is natuurlijk, aangezien de op-
namebiljetten niet anders worden afgegeven, dan wanneer
een goede behandeling ten huize der patiënten wordt on
mogelijk geacht, om welke reden dan ook. Bij afgifte van
een spoedopname bewijs kan er geacht worden periculum
in mora te dreigen.
Vanwege het plaatsgebrek is het ook herhaaldelijk geschied,
dat patiënten, die nog lang niet als voldoende hersteld te
beschouwen waren, ontslagen werden, om anderen weer te
kunnen opnemen. Dat ’t ontslaan van onvoldoend genezen
patiënten dikwijls spoedig tot hernieuwde opname moet
leiden hun toestand verergert in het vaak allertreurigst
milieu, waarin zij terugkeeren laat zich begrijpen, even
eens, dat daarna volkomen herstel geruimen tijd vordert,
dan het geval zou geweest zijn, wanneer zy niet ontijdig
ontslagen waren. Een verder bezwaar van ’t ontslaan
van onvolkomen herstelde patiënten is dit, dat bij het
publiek, het vertrouwen in de Ziekenhuisbehandeling wordt
geschokt zoodat, wanneer men iemand den raad geeft zich
tot volkomen herstel in een Ziekenhuis te doen opne-
ffien, onmiddellijk op patiënten wordt gewezen, die in ’t
Ziekenhuis opgenomen geweest, daaruit niet hersteld terug
keerden.
Redenen waarom het aan dat college dringend noodzakelijk
voorkomt om zoo spoedig mogelyk maatregelen te nemen,
om in dit plaatsgebrek te voorzien.
Aan 248 personen werd op voorschrift van den Gemeente
arts een breukband of andere instrumenten verschaft.
Re uitgaven hiervoor beliepen f 839.70, terwyl voor ortho-
Paedische instrumenten werd uitgegeven f 242.85.
oor verstrekking van brillen in hoofdzaak aan school
gaande kinderen werd uitgegeven f 710.60.
VERSLAG BURGERLIJK ARMBESTUUR.