By lage 33
’s-Gravenhage, Februari 1910.
Het ledental is wederom toegenomen en bedraagt thans
ongeveer 2400; in verband daarmede stijgt ook de opbrengst
aan contribution van leden en geabonneerden, de hoofdbron
van inkomsten. Ook geven de overige ontvangstposten als
verhuur van zalen, entrees, enz. reden tot tevredenheid.
Terrein, gazons, gebouwen, meubelen, enz. worden steeds
in goeden staat van onderhoud gehouden. De bloemen- en
plantencollectie blijft een sieraad van hefGenootschap uit
maken, de collectie dieren en vogels blijft stationnair.
Met de kostbare werkzaamheden voor de verbouwing van
het tooneel, volgens de voorschriften van de gemeentelijke
autoriteiten, is een aan vang gemaakt en worden die werken
in 1910 voortgezet.
Eene verfraaiing is tot stand gekomen door het dempen
van den kleinen vijver en het in plaats daarvan maken van
een beton-bassin met electrische lichtfontein, of z.g. „fontaine
lumineuse”. Met de zomercoricerten en bij bijzondere gele
genheden wordt de fontein in werking gesteldde verrassende
lichteffecten geven in de pauzes eene boeiende afleiding aan
de bezoekers.
De gegeven uitvoeringen, voorstellingen en vermakelijkheden
trekken steeds druk bezoek, zoowel van leden als van niet-
leden. In 1909 werd door de Nederl. Vereeniging „Avicultura”
en door de Vereeniging „Floralia” de jaarlijksche tentoon
stelling in de zalen van het Genootschap gehouden.
Vermelding verdient nog het in Mei gehouden Voorjaars-
feest, dat door 47 198 betalende bezoekers werd bezocht,
terwijl de leden kosteloos toegang hadden, en de in September
gehouden tentoonstelling „Oud-Hollandsch Marktplein” met
oud-hollandsche vertooningen, bezocht door 9422 leden en
17 243 niet-leden.
NOTA omtrent de „Vereeniging hel Koninklijk
Zoölogisch Botanisch Genootschap” over het
jaar 1909.