3 in het laatst dier maand en begin Februari. De scheepvaart vond weinig belemmering, over het geheel waren weêr en wind vrij dienstig. Verlies aan vischtuig was niet opvallend geheel vrij blijft een grondvisscher zelden, daar hij de op den bodem der zee zich bevindende wrakken niet kan ont wijken. Eén menschenleven is bij de uitoefening dezer vis- scherij te betreuren; in Februari is een jongeling bij goed weêr overboord geraakt en verdronken. Deze visscherij werd uitgeoefend door 14 bommen en 28 loggershet aantal deelnemende vaartuigen was voor eerst genoemde soort een zestal, voor laatstgenoemde een drie en twintigtal minder dan in 1908. Hoewel de slechte resultaten blijven voortduren, hetgeen de reeders terughoudt hunne schepen te laten varen, kan deze afname toch voor een deel op rekening gesteld worden van den min gunstigen toestand onzer haven. Kon men rekenen op geregelde aanbrengst der vangst in de Scheveningsche haven, dan zouden er toch nog wel eenige reeders een deel hunner schepen aan de visscherij laten deelnemen met het oog op de indirecte belangen, daaraan verbonden voor handelaren en arbeiders, en omdat het bedrijf voordeeliger van hier uit dan van elders wordt uitgeoefend men heeft er beter toezicht op. Op bommen is moeilijk bemanning te krijgen voor de schrobnetvisscherijde visschers arbeiden liever op de erven der reeders voor vast weekloon, waar de arbeid licht is, dan tegen onzeker loon te gaan varen, waar in de laatste jaren door geringe vangst het resultaat onvoldoende kan genoemd worden. Velen, die op andere wijze nog iets weten te ver dienen, nemen nog liever een fooi van f 43 bij hun verbintenis voor de haringvisscherij, dan dat zij zich voor de schrobnet visscherij op bommen verbinden. Sedert het gebruik van stoomspillen (donkey’s) algemeen is geworden, waardoor de exploitatiekosten aanmerkelijk hooger zijn, 'waagt zich de reeder steeds minder aan de uitoefening der trawl- en schrobnetvisscherij en de visscher, aan gemak gewoon, werkt niet mede om als voorheen met handspil het bedrijf uit te oefenen. Wellicht komt hierin eenige verbetering nu door enkele reeders het „boomnet” verwisseld wordt voor „bordennet” of net met z.g. deuren, een vischtnig dat minder zwaar en dus gemakkelijker met de handlieren te bewerken is. De vorming van bekwame zeelieden, met het oog op hun beroep als visscher, lijdt daar evenwel onder, daar de winter- visscherij zich bijzonder eigent als leerschool voor de visschers. De moraliteit van het opkomend geslacht lijdt daar ook onder, daar van het maanden achtereen ledigloopen van jongens en jongelingen geen opvoedende kracht kan uitgaan. VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. 35

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 869