10 stoomschepen. De haringvangst was ongeveer gelijk aan die van 1908. De prijzen waren over het geheel genomen be vredigend besommingen waren veel beter dan het vooraf gaand jaar, echter zeer uiteenloopend, een verschijnsel dat veelal voorkomt bij goede prijzen, omdat gelukkige en onge lukkige vangers veel grooter verschil in besomming maken dan bij lage prijzen. Aan groote schommelingen was de markt niet onderhevig, met uitzondering van enkele dagen, die bij over het algemeen goede prijzen wel voorkomen als de markt op een dag wat overvoerd wordt, zoodat speculatieve winst voor den koop man niet groot was. Van de Novembervangst kan ditmaal niet het zelfde gezegd worden, daar in Februari groote stij ging heeft plaats gehad ondanks de betrekkelijk hooge in koopsprijzen. Dit is voor den handelaar en de reeders, die de haring niet aan de markt brachten in de hoop later betere prijzen te maken, een groote meevaller, daar sedert vele jaren een prijsstijging als nu niet is voorgekomen. Deze uitkomst is zeer welkom met het oog op het zware verlies in 1907 geleden, waarvan in 1908 weinig of niets werd gedekt. Voor reeders en visschers is de uitslag bevre- gend, in ieder geval veel gunstiger dan het voorgaand jaar; de gemiddelde besomming per bom kan dit jaar veilig op f 6500 gesteld worden, alzoo f 1300 meer dan in 1908. De gemiddelde besomming der loggers was f 12500 of f 5000 meer dan in 1908. De vangplaatsen der haring geven geen nieuwe gezichts punten, alleen valt op te merken, dat dit jaar op iedere vangplaats de haring zich vroeger vertoonde en zich reeds zuidelijker bevond dan gewoonlijk het geval isde visschers volgen den gewonen loop, begin Noordelijk bij Baltasound en Lerwick, midden Doggersbank (z.g. op en by het Zand) en einde zuidelijk Engelsche wal en binnenzee. Het nettenverlies was vrij aanzienlijk. Reeds in de laatste week van October kwamen vele vaartuigen binnen met verlies van het geheele of gedeeltelijke vischtuig. De storm van 13 November deed wederom veel vischwant verloren gaan en eindelyk overtrof die van 3 December, door lang aanhouden, hierin de beide voorgangers en maakte een einde aan de visscherij ook voor hen die anders nog een paar weken volharden in de uitoefening van dit bedrijf. Voor de reeders is dit een groote schadepost. Voor rampen is onze visscherij niet geheel gespaard gebleven; begin Juli werd bij Lerwick een bom van den heer A. de Jong door een Engelschen stoomkotter aangevaren, zij kon nog op het strand worden gezet zoodat de bemanning gered werd; het vaartuig was verloren doch is door den eigenaar van den 3O VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 876