35 15 6 bommen. 72 aan elders gevestigde reederijen, terwijl voor Scheveningen in aanbouw zijn een achttal stalen loggers van bovengenoemd type, waaruit blijkt, dat onze reeders rekening houden met onze havendiepte en daarmede te kennen geven, hoezeer zij het op prijs stellen het bedrijf hier te houden in het algemeen belang. Verandering aan aangekochte sloepen en kotters kwam niet voor; de vloot werd met dit soort schepen niet uit gebreid. Zij zijn door grooten diepgang voor onze haven ongeschikt en goede vertimmering is zeer duur, zoodat het aankoopen van nieuwe schepen voordeeliger is. Het jaar- Ijjksche onderhoud geeft echter voldoende werk aan de scheepstimmerlieden, vooral nu vele schepen gebruik maken van de alhier geëxploiteerd wordende scheepshellingen, zijn er enkele maanden zelfs werkkrachten te kort, niettegen staande de wormplaag gelukkig verminderd is. Aanbouw van nieuwe vaartuigen zou intusschen wenschelijk zijn om allen het geheele jaar door werk te verschaffen er loopt nu 50 pCt., gedurende een half jaar zonder werk en tot opleiding van jongelingen in dit bedrijf. Met de smederijen gaat het in verhouding tot het scheeps- timmerwerk vrij goedde hier in de haven voor de haring- visscherij gereed gemaakt wordende vaartuigen, de vele, die hier op de helling de noodige herstellingen ondergingen, gaven dit bedrijf voldoende werk, waardoor heel wat minder dan vroeger jaren te Vlaardingen werd verricht. Toch zou ook aanbouw van nieuwe schepen voor deze industrie wensche lijk zijn om het geheele jaar den daarin arbeidenden werk te kunnen verschaffen. De bijna algemeen in gebruik zijnde „donkeys” (stoomspillen) gaven heel wat reparatiewerk. De overige met scheepsbouw in verband staande bedrijven hielden daarmede gelijken tred. Het binnenvallen van loggers en bomschuiten- te Vlaardingen geeft weinig verschil bij 1908, in welk jaar het reeds vermeerderde tengevolge van de geringe diepte onzer buitenhaven, die in 1909 zelfs nog verergerd is. In den havenmond en vaargeul was de toestand slechter dan in 1908, toen hij reeds in vergelijking met 1907 zeer ongunstig was, zoo zelfs dat niet alleen diepgaande loggers, maar zeer dikwijls ook onze bommen er geen gebruik van konden maken; de vaartuigen die blijk haven binnen te willen komen, werden op last van de betrokken reeders door de sleepbooten ge waarschuwd om door te varen naar den Hoek van Holland en moesten noodgedwongen te Vlaardingen hun vangst binnen brengen, zeer ten nadeele onzer gemeente. Onderstaande opgaaf doet dit zien: In Juli kwamen hier binnen 10 loggers en Augustus 52 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 881