g 40 IV. tot Zijne Excellentie den Minister van Waterstaat ten einde van haar meening te doen blijken omtrent voorstellen tot wijziging der reizigerstarieven van de Holl. IJz. Spoorweg maatschappij en de Maatschappij tot exploitatie van Staats spoorwegen met het volgend schrijven: Terwijl wij üwe Excellentie beleefd dank zeggen voor de ons gegeven gelegenheid omtrent de door de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen en de Hollandsche Ijzeren Spoorwegmaatschappij ingezonden voorstellen betref fende herziening der reizigerstarieven ons oordeel uit te spreken, hebben wij de eer Haar dienaangaande het volgende mede te deelen. Over het algemeen geven wij de voorkeur aan het ont worpen tarief boven het bestaande, omdat daardoor de zoo gewenschte uniformiteit zal worden verkregen en een einde zal komen aan de verwanen de veelheid van speciale tarie ven, al ontgaat het ons niet, dat de prijzen voor een reis heen en terug vooral in vergelijking met de thans geldende bij de H. IJ. S. M. in verschillende gevallen hooger zijn. Echter trok het onze aandacht, dat, in het ontwerp slechts gesproken wordt van de S. S. en H. IJ. S. M. en de N. C. S. doch niet van de N. B. D. S., hetgeen te meer opvalt, daar tot nu toe de treinen van laatstgenoemde maatschappij t°e' gankelijk zijn voor houders van kilometerboekjes der S. S. Wij sluiten ons in deze geheel aan bjj de Kamer van Koop handel en Fabrieken te Veghel, wat betreft de wenschelijk- heid, dat ook de N. B. D. S. in de combinatie wordt opge nomen en van haar lijnen gebruik kan w’orden gemaakt zoowel door houders van kilometerboekjes als van de gemeen schappelijke abonnementskaarten. Omtrent enkele onderdeden zij voorts nog het volgende opgemerkt. blootstelt aan een strafvervolging, komt het de meerderheid der Kamer in het belang der rechtszekerheid noodzakelijk voor, dat schriftelijke verstrekking van de aanwijzing, het voorschrift of het oordeel door den inspecteur, als regel worde voorgeschreven. Vermeerdering van administratieven omslag behoeft daarvan niet het gevolg te zijn, wanneer de inspecteur by zijn bezoek voorzien is van een practisch ingericht boek, waarin het voorschrift op een gedeeltelijk gedrukt formulier in dubbel wordt ingeschreven. Een der exemplaren wordt uitgescheurd, en door den inspecteur onderteekend, aan het hoofd of den bestuurder der betrokken onderneming ter hand gesteld. Het andere blijft in het boek achter en wordt, ten bewijze dat het hoofd of de bestuurder der onderneming afschrift heeft ontvangen, door dezen onderteekend. Li 3d VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 906