I I 37 1 12 1°. 2°. 3°. 4". fing van een automobiel-stoomspuit, welke, vervaardigd door de Naamlooze Vennootschap v/h A. Bikkers en Zn. te Rotterdam, den 28en Augustus afgeleverd werd. Deze automobiel-stoomspuit, een waterleverings-capaciteit van 1800 Liter per minuut hebbende, wordt door eigen stoomkracht voortbewogen. Gedurende het rijden en pompen wordt de noodige stoom ontwikkeld door middel van petroleum, terwijl, in de remise staande de vereischte stoomdruk om oogenblikkelijk uit te rijden, zijnde 3 4 atmosfeer, in den ketel onderhouden wordt met behulp eener met cokes ge stookte verwarmingsinrichting. Dadelyk na de aflevering werd begonnen de manschappen met de behandeling en de besturing dezer auto-stoomspuit te oefenen. Op het einde van dit jaar waren deze oefeningen zoover gevorderd, dat weldra de indienststelling der auto- stoomspuit voor den brandweerdienst tegemoet gezien kan worden. Wegens plaatsgebrek in het Centraal-Station, moest, na aankomst der auto-stoomspuit, een der andere stoomspuiten daaruit verwijderd worden, welke daarom gestation neerd werd in den brandweerpost aan den Rijswijkschen weg. Nadat de brandweerpost aan den Rijswijkschen weg in dienst gesteld was en daarmede de reorganisatie, voor zoover ’s-Gravenhage betreft, tot stand gekomen was, werd eene plaatsingvan handslangenwagens in verschillende politie bureaus en posten verder onnoodig geoordeeld, weshalve deze daaruit verwijderd werden. Op 31 December 1909 was het volgende hoofdmaterieel in dienst: In het Centraal-Station 3 éénpaards slangenwagens; 1 tweepaards stoomspuit; 1 éénpaards dienstrytuig (voor vervoer van den Com mandant); 1 afrijbrik; 1 éénpaards kolenwagen aantal paarden: acht. In den post Daguerrestraat 1 éénpaards slangenwagen; 1 éénpaards handspuit op wagen; aantal paarden: een. In den post Rijswykschen weg: 1 éénpaards slangenwagen; 1 tweepaards stoomspuit; aantal paarden: één. In den post Theresiastraat 1 éénpaards slangenwagen VERSLAG DER BRANDWEER. I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 944