I
39
4
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.
HOOFDSTUK II.
Algemeene Beschouwingen.
In de vergadering van den 14den Mei 1909 werd de be
groeting van uitgaven voor het jaar 1910 vastgesteld met
een eindcijfer in ontvang en uitgaaf van ƒ6400.en een
bijdrage van de gemeente ad ƒ6000.(Zie Bijlage B).
Op de Gemeentebegrooting voor 1910 werd laatstgenoemd
bedrag beschikbaar gesteld.
secretaris 1000.bureaubehoeften 406.druk- en bind-
werk ƒ155.kosten van onderzoekingen van allerlei aard
ƒ3353.— aankoop van boeken en tijdschriften ƒ77.— aan
koop van technische hulpmiddelen nihilgewone jaarlijksche
kosten van bewerking der sterftecijfers 100.onvoorziene
uitgaven, waaronder reis- en verblijfkosten van de afge
vaardigden der Commissie tot bijwoning van congressen ƒ98.
De uitgaven werden gedekt door een bijdrage van 400.
van het Rijk, een bijdrage van ƒ4550.van de Gemeente
en 39.79 aan andere ontvangsten.
Den 23sten Juli 1909 hechtten Burgemeester en Wethou
ders hunne goedkeuring aan de rekening, en verzochten
daarbij het nadeelig saldo ad ƒ141.37 te willen overbrengen
op de rekening over 1909.
In de drie vorige jaarverslagen was sprake van de wen-
schelijkheid van eene krachtige werkzaamheid van het Ge
meentebestuur op het gebied van het verbeteren van bestaande
woningen, alsmede van de noodzakelijkheid van het instel
len van een gemeentelijken gezondheidsdienst.
Wat het laatste punt betreft, zij hier verwezen naar het
geen daaromtrent in Hoofdstuk Vil van dit verslag wordt
medegedeeld.
Ten aanzien van eene meer volledige organisatie van het
Gemeentelijk Woningtoezicht zyn wy inderdaad in 1909 een
stap verder gekomen.
Van Burgemeester en Wethouders namelijk ontving de
Commissie onder dagteekening van 8/15 Juni 1909 het na
volgende schrijven