39
B.
Verzameling
en
Herhaaldelijk kwamen evenals in vorige jaren klachten
in over gebrekkige inrichting van paardenstallen. Houten
loodsjes, afdakjes, pakhuisjes, enz. worden als stallen in
gebruik genomen en maar bij uitzondering zijn de eigenaren
en gebruikers dier inrichtingen bereid of in staat voor een
behoorlijke stalgelegenheid voor hunne paarden te zorgen.
Wanneer dan in zulke gevallen met gebruikmaking van
art. 116 der Bouw- en Woonverordening op een betere in
richting wordt aangedrongen, is het resultaat meestal, dat
het paard verwijderd wordt, zonder dat steeds kan worden
nagegaan waar het paard blijft. Een stelselmatig toezicht
blijft dus in dezen gewenscht. In een paar gevallen werd
de paardenstal overeenkomstig de door Burgemeester
Wethouders gegeven voorschriften in orde gebracht.
Ook voor een paar mestputten werden nadere voorschrif
ten uitgelokt, terwijl op een groote mestverzameling van
een handelaar in meststoffen, wiens bedrijf gevestigd is aan
de overzijde van de De la Reykade, in verband met art. 15
noodzakelijk zal zijn, ook met het oog op de aan de Willem
de Zwijgerlaan te bouwen school, he't laatste gedeelte van
het verversehingskanaal in gunstiger conditie te brengen
door niet langer al het rioolvocht van de geheele stad daarin
over te pompen, maar voor afvoer van dat rioolvocht een
persbuis naar zee te maken.
In het afgeloopen jaar nu is de bebouwing aan de Noord
oostzijde van het gedeelte van het Verversehingskanaal
tusschen de sluizen wederom in omvang toegenomen; de
onaangename geur ter plaatse is zelfs voor den voorbij
ganger hinderlijk. Men behoeft dus niet te vragen, of het ten
behoeve der bij het kanaal gelegen bebouwing misschien
ook noodzakelijk wordt om over te gaan tot afdoende maat
regelen tot wering van dat luchtbederf, verpest als de lucht
daar bij de heersehende windrichting wordt door den stank
van het groote, open verzamelriool, genaamd ververschings-
kanaal.
en afvoer van vuil.
10
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.