32
42150
40263
38593
38887
38020
0,50
1,—
2,25
5.50
11,—
21
31,—
51,—
76
105,—
205,—
0,90
2-
5-
10,-
20
30,—
50,—
75,-
100,—
200,—
300.—
5666 d.i.
57613
65966
21185
10536
2959
1576
627
360
300
93
Van f
960 -
4361
8590
1414
457
230
126
39
tot en met f
34461
31854
25132
22158
25684
8
VERSLAG DER GEMEENTEBANK VAN LEENING.
n
7
11
17
n
n
r>
n
r>
7)
r>
r>
v
n
n
n
n
7)
7)
7)
V
7>
n
7)
7)
n
y>
r>
7)
7)
7)
n
n
n
y>
r
7)
7)
7>
n
1906
1907
1908
1909
1910
Totaal.
76611
72117
63725
61045
63704
Hulpkantoor B.
Panden.
7)
7>
7)
7)
77
V
n
77
77
Meer Minder
dan in 1909-
7)
n
77
77
77
n
nog geenszins hersteld, hetgeen blijkt uit de volgende opgave
van de geloste weekpanden in de beide hulpkantoren.
Hulpkantoor A.
Het verlies van weekpanden, die wel is waar slechts nadeel
voor de Bank opleveren, is echter te betreuren, omdat,
zooals reeds vroeger is gezegd, de beleeners van die panden
de meest hulpbehoevenden zyn en het eerste geneigd om
hulp te zoeken bij de pandjeshuizen. Voor wie gedwongen
is om, waarschijnlijk na de beleening van gemakkelyk te
ontberen zaken, ook die te beleeneu welke onmogelijk lang
gemist kunnen worden en daarom geregeld op Zaterdag
avond moeten worden ingelost dient in de eerste plaats de
hulp in de kantoren der Gemeente-Bank van Leening zóó
te zijn dat aan die kantoren de voorkeur wordt gegeven
boven die van de houders van .huizen van koop met recht
van wederinkoop.”
Daar sedert 1907, de belangen der ambtenaren, weinig of
niet bij de weekpanden zijn betrokken zou het ernstige
overweging verdienen, indien niet spoedig eene groote ver
andering ten goede intreedt, de traktementsregeling voor
de Beheerders der Hulp- en Bijkantoren te herzien, teneinde
hunne belangen by alle panden gelijkelyk te betrekken of
die zelfs by het beleenen van weekpanden overheerschend
te doen zijn omdat aan die panden het meeste werk is
verbonden.
De lossing van de goud, zilver, linnen, wollen en diverse
panden was rubrieksgewyze verdeeld als volgt: