I
I
By lage 33
’s-Gravenhage, 15 Februari 1911.
NOTA omtrent het Koninklijk Zoölogisch
Botanisch Genootschap.
De Directeur,
J. W. van de Stadt.
Ofschoon het ledental een weinig is afgenomen, het bedroeg
op ultimo December 2264 tegen 2334 in het vorige jaar, is
de toestand van het Genootschap gunstig te noemen, daar
de andere bronnen van inkomst als exploitatie van terrein
en zalen en entrees aanmerkelijk vooruitgaan. De belang
rijke werken aan het tooneel van het Hoofdgebouw, bestaande
in het aanbrengen van ijzeren brandscherm, inrichting voor
tooneelregen en daarmede gepaard gaande metsel- en timmer
werken, vereischten groote uitgaven, die echter uit de gewone
inkomsten bestreden zijn kunnen worden, dank zij de bate
van het Voorjaarsfeest.
Aan het terrein, de gazons, de bloemperken en de bloem-
kassen wordt gedurig veel zorg besteed gebouwen en hokken
worden zooveel mogelijk in goeden staat van onderhoud
gehoudende diergaarde heeft door sterfgevallen geleden
het insectarium, dat in een der zalen plaats bekomen heeft,
trekt zeer de belangstelling van de bezoekers.
Voor de leden werden de gewone concerten en uitspan
ningen gegeven; de openbare voorstellingen en concerten in
de groote zalen trokken druk bezoek; evenals vorige jaren
werd de tuin eenige malen in de zomermaanden tegen ge
ring entree opengesteld voor stadgenooten niet-leden, waar
van door duizenden ingezetenen gebruik werd gemaakt; het
voorjaarsfeest werd door 58 665 betalende bezoekers bezocht;
in 1910 had weder de tentoonstelling plaats van de Nederl.
Vereeniging „Avicultura”. Van 11—23 Juni de Biologische
tentoonstelling van wege de „Natuurhist. Vereeniging; van
57 Augustus Hondententoonstelling van de Kon. Jacht-
vereeniging „Nimrod”, op 3 en 4 September „Floralia-ten-
toonstelling en van 9—14 September Tentoonstelling van
Schilderwerk enz van den Bond van Nederl. Schilderspatroons.
Op aanvraag is de tuin meermalen beschikbaar gesteld
voor kosteloozen toegang van Schoolkinderen en Weezen
van buiten de gemeente.