36
2
L
Toestand der geldmiddelen.
Werd in het vorig jaarverslag in uitzicht gesteld dat in dit
jaar slechts f 1875,— zou beschikbaar zijn voor aankoopen
etc., zoo is ook gebleken dat wenschelijke aankoopen niet
konden geschieden en restauratie van schilderijen moest
worden uitgesteld.
Het batig saldo van f 595,71s, waarmede de jaarrekening
over 1910 sluit, is daarom dan ook alleen in schijn voor-
deelig voor het Museum.
De ontvangsten bedroegen aan subsidie f2500, opbrengst
verkoop catalogi f 115,—, rente kapitaal Brouwer f 80,— en
terugontvangen koopprijs van eene prent f 3,30.
Het voorschot der Vereeniging „Rembrandt” in 1907 ver
leend, pro resto f1000, werd terugbetaaldvoor aankoopen
werd besteed f 710,— (een schilderijtje, een gevelsteen en
eenige prenten en teekeningen); de huishoudelijke uitgaven
bedroegen ruim f 72,— aan loonen werd betaald f 109,50
en ten slotte f 80,— verplichte kosten voor onderhoud der
uurwerken legaat Brouwer.
Aankoopen, aanwinsten en verliezen.
A. Verzameling Schilderijen.
Geschonken
door de Vereeniging tot het oprichten van een Museum
van Moderne Kunst:
Kerkje te Egmond-binnen, door J. H. Wijsmuller.
Toestand der verzamelingen en van liet archief.
Van de uitbreiding dei' verzamelingen blijkt hierna onder
Aanwinsten.
Personeel.
Den Directeur werd met ingang van 5 Mei voor den tijd
van zes weken verlof tot afwezigheid verleend, gedurende
welk tijdvak de Secretaris als waarnemend Directeur optrad
(artikel 5 Reglement Inw. Dienst).
Aan concierge en bedienden werd op gebruikelijke wijze
verlof tot afwezigheid verleend. Afwezigheid wegens ziekte
kwam niet voor.
Het personeel werd uitgebreid met 1 bediende; met ingang
van 1 Juli 1910, werd voor den tijd van 1 jaar door Uw
College benoemd tot bediende: L. P. Douw.
VERSLAG GEMEENTEMUSEUM.
zl