36 s 10 Ter voldoening aan Uwe uitnoodiging om te dienen van advies over die motie en adressen schreven wij den 27 Juni. „Uit de rede van den heer Jurriaan Kok, vermeld op blad- voldoende en doelmatige verlichting zijn voorzien, terwijl door verbouwing niet afdoende verbetering mogelijk is, welke verbouwing daarenboven te kostbaar zijn zou om daartoe met een slechts voorloopig doel over te gaan dat het te vreezen zou zijn, dat de voor die verbouwing noodzakelijke uitgaaf gedurende langen tyd zou terughouden van eene definitieve oplossing van het Museumvraagstuk dat het daarom de voorkeur verdient die uitgaaf te ver mijden en reeds thans een zoo mogelijk afdoende verbetering in den bestaanden toestand te brengen dat deze naar de meening van adressant, alleen te vinden is in de inrichting van een bepaaldelijk voor schilderijen ge- .eigend Museum, met afzonderlijke afdeelingen voor oude en voor moderne kunst, waaraan geschikte ruimte voor de ver zameling kunstnijverheid zou behooren verbonden te worden dat alsdan de geschied- en oudheidkundige voorwerpen, althans voorloopig, in het gebouw aan den Korten Vijverberg zouden kunnen blijven, in afwachting of deze later zonden worden overgebracht naar het archiefgebouw, tot stichting waarvan Uw College reeds in beginsel besloot; dat de gewenschte oplossing wellicht in verband met die voorgenomen stichting zou te verkrijgen zijn door ter ge schikter plaatse een Museumgebouw in te richten voor schilderkunst en kunstnijverheid en daaraan te zijner tijd een archiefgebouw' toe te voegen, w’aarin de geschied- en oudheidkundige verzameling alsdan zou kunnen geplaatst worden dat de voor de stichting van een doelmatig Museum van schilderijen en kunstnijverheid vereischte uitgaaf die èn door de daarin gelegen aanmoediging tot het schenken en lega- teeren van kunstschatten aan de gemeente, èn door de moge lijkheid om voor de bezichtiging van een waarlijk belangrijk en goed ingericht Museum een toegangsprijs te heffen, een behoorlijke rente zou afwerpen, niet van de uitvoering van dit denkbeeld mag terughouden, vooral niet in de Koninklijke Residentie, die zoovele voortbrengselen van kunst in particu lier bezit bevat en voortdurend door duizenden vreemdelingen wordt bezocht, die niet zouden nalaten een zoodanig Museum te bezichtigen Redenenen waarom adressant Uw Raad eerbiedig verzoekt het voorstel-Kok niet aan te nemen, doch in den hier aan gegeven zin eene spoedige oplossing aan het Museum vraag stuk te verzekeren”. VERSLAG GEMEENTEMUSEUM.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 1079