J 36 I 11 2o. 3o. Dat de ruimte in het Museumgebouw steeds meer onvol doende is geworden, is blijkens onze Jaarverslagen, sinds lang en herhaaldelijk door onze Commissie onder de aandacht van den Gemeenteraad gebracht en meermalen is op het nemen van afdoende maatregelen aangedrongen. Tot heden echter tevergeefs! zijde 113 van de Handelingen van den Gemeenteraad blijkt, dat de aanleiding tot deze motie is geweest, de overweging, dat het Museumgebouw aan den Korten Vijverberg niet meer voldoende ruimte aanbiedt, om de daarin geborgen verzame lingen behoorlijk ten toon te stellenvervolgens dat met „Werken van Kunst” sub 2°, bedoeld zijn „Schilderijen”. Tegen het voorstel van den heer Jurriaan Kok schijnen meerdere bezwaren te bestaan: de voorgestelde maatregel is slechts van voorloopigen aard. Hieruit vloeien verschillende nadeelen voort. Vooreerst zou eene voorloopige voorziening onnoodig kostbaar zijn, wegens de uitgaven voor overbrengen en nieuwe instal latie, welke als weggeworpen zullen zijn te beschouwen, wanneer de onvermijdelijke definitieve maatregelen zullen getroffen zijn. Dan, eene verspreiding der gemeenteverzameling, welke op zich zelve niet zeer groot is, over twee van elkaar verwijderde gebouwen, is voor de bezoekers ongeriefelijk en wegens de dubbele uitgaven voor bewaking zeer kostbaar eene splitsing der voorwerpen in twee groepen a. werken van kunst (schilderijen) en kunstnijverheid, b. geschied- en oudheidkundige voorwerpen, is ten aanzien in het bijzonder van dit museum niet wel door te voeren. Dit museum toch is in hoofdzaak van geschiedkun digen aard en tal van kunstvoorwerpen zijn er in opge nomen op grond van hunne beteekenis, als documenten voor de historie van ’s-Gravenhage. Zal men die zaken rubriceeren onder „historische” of onder „artistieke” voorwerpen? Feitelijk is zulks niet zonder willekeur te bepalen. De moeilijkheid wordt overwonnen door al de verza melingen in één museum bijeen te houden, zooals dan ook is voorgeschreven door artikel 2 der Verordening voor het Gemeentemuseum. (Verzameling no. 10 van 1887); Het is verder de vraag of bij eene splitsing als bedoeld, het bestaande gebouw eer voor schilderijen dan voor VEBSLAG GEMEENTEMUSEUM. 10.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 1080