I
I
36
L
K
i
De Commissie van Beheer over het
Gemeentemuseum,
J. C. JANSEN, Voorzitter.
J. M. BOUSCHOLTE, Secretaris.
Het schijnt veeleer raadzaam, eindelijk ernstig onder de
oogen te zien het onvermijdelijke van het stichten van een
nieuw museumgebouw en daarby te overwegen of het niet
wenschelijk en mogelijk is om, naar het voorbeeld van
Amsterdam, het daarheen te leiden, dat in één nieuw museum
gebouw de verzamelingen der gemeente met sommige rijks-
verzamelingen tentoongesteld worden.
Onze Commissie meent, dat dit de beste oplossing van het
vraagstuk zou zijn”.
voorwerpen bestemd zou moeten w’orden. Immers voor
schilderijen zijn slechts twee zalen geschikt te achten.
4o. Dan rijst de vraag, welk tweede gebouw voor de voor-
loopige berging van een gedeelte der verzamelingen aan
te wujzen is.
Het voorstel laat zich hieromtrent niet uit en onze
Commissie meent, dat blijken zal, dat de aanwijzing van
een tweede, geschikt gebouw, volstrekt niet gemakkelijk
zal zijn, zoodat het denkbeeld op deze moeilijkheid moet
afstuiten.
5o. Het bezwaar dat ten slotte aan onze Commissie afdoende
toeschijnt is, dat iedere voorloopige voorziening feitelijk
zal neerkomen op het onbepaald uitstellen van de sinds
lang onvermijdelijk gebleken stichting van een nieuw
Museumgebouw, der residentie waardig.
Door zulk een uitstel zou nog langer worden besten
digd de benepen toestand waarin het Museum verkeert,
terwijl daardoor, zooals de voorsteller der motie opmerkte,
belangrijke schenkingen het Haagsche Museum zijn
ontgaan.
12
VERSLAG GEMEENTEMUSEUM.