39
4
HOOFDSTUK II.
In de
grooting
E
Algemeene Beschouwingen.
Gelijk in ons vorig jaarverslag is medegedeeld, werd in
1909 bij het Gemeentelijk Bouw-en Woningtoezicht ingericht
eene afzonderlijke afdeeling voor woningonderzoek, in verband
waarmede de bij de Commissie gedetacheerde Inspecteur van
dien tak van dienst, de heer W. P. Roodenburg, op 1 Augustus
1909 naar Bouw- en Woningtoezicht terugkeerde.
Hoezeer de Commissie het instellen van deze nieuwe af
deeling toejuichte (z(j zelve had trouwens reeds een paar
jaar lang de dringende noodzakelijkheid daarvan betoogd), zoo
diende er bij den overgang van den ouden naar den nieuwen
toestand in verband met het terugroepen van den te barer
beschikking gestelden Inspecteur van Bouw- en Woningtoe
zicht een regeling getroffen te worden, voornamelijk voor wat
betrof de bij de Commissie inkomende klachten betreffende
de volkshuisvesting. Hoe die regeling er zou kunnen uitzien,
werd door de Commissie uiteengezet in haar (in het vorig
jaarverslag opgenomen) schrijven van 15 Juli 1909 en daar
de Directeur van Bouw- en Woningtoezicht zich met de
dezerzijds voorgestelde wijze van werken kon vereenigen,
werd, hoewel bericht van Burg, en Weth. voorloopig uitbleef,
op 1 Augustus 1909 alvast in overleg met genoemden
Directeur bedoelde wijze van werken als proef ingevoerd.
Bouw- en Woningtoezicht nu behandelde overeenkomstig
de gemaakte afspraak reeds een halfjaar lang bij de Commissie
in gekomen klachten in zake de volkshuisvesting en bracht
daarover aan haar gedetailleerde rapporten uit, doch daar komt,
onder dagteekening van 28 Jan./l Febr. 1910, bericht van
vergadering van den 13en Mei 1910 werd de be-
van uitgaven voor het jaar 1911 vastgesteld met
een eindcijfer in ontvang en uitgaaf van f 8400,— en een
bijdrage van de Gemeente ad f 8000 (Zie Bijlage B).
Op de Gemeente-begrooting voor 1911 werd echter slechts
f 6000,beschikbaar gesteld, zulks in verband met het
tusschen Burg, en Weth. en de Commissie gerezen geschil,
waaromtrent verwezen wordt naar het volgend Hoofdstuk.
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.