39
6
plicht was krachtens art. 27c der Gezondheidswet de klacht
te overwegen, en dat, als de klager het verlangde, zijn
klacht op schrift zou worden gesteld, maar dat zulks thans,
in tegenstelling met den vroegeren toestand, een zeer ver
traagde afdoening van zijn klacht tengevolge zou hebben,
weshalve hem de gemoedelijke raad werd gegeven zijn klacht
liever bij Bouw- en Woningtoezicht in te dienen. De klagers
gaven aan dien raad bijna zonder uitzondering onmiddellijk
gehoor en verkozen een wandeling naar het bureau van
Bouw- en Woningtoezicht boven vertraging in de afdoening
der klachtwat zich begrijpen laat.
Alleen de schriftelyjk ingekomen klachten werden gedurende
het geheele verslagjaar door de Commissie onderzocht en
daarby werd dan de bij uitsluiting door Burg, en Weth.
aangewezen weg gevolgd van een schriftelijk advies aan hun
college met aanwijzing van de noodige verbeteringen. Zulk
een advies werd dan door Burg, en Weth. in handen van Bouw
en Woningtoezicht gesteld en herhaaldelijk kwam het dan
voor, dat Burg, en Weth. der Commissie later berichtten,
dat de gesignaleerde misstanden na minnelijk overleg tusschen
Bouw- en Woningtoezicht en den betrokken eigenaar onders
hands waren opgeheven, zoodat een aanschrijving tot ver
betering kon achterwege blijven. Dat minnelijk overleg had
dan echter plaats gehad met een vertraging van minstens
een maand, zulks alleen omdat Burg, en Weth. het noodig
hebben gevonden op grond van denkbeeldige bezwaren de
Commissie te dringen in de richting van administratieven
omslag en papieren behandeling van zaken.
De toestand is dus zoo geworden, dat het bureau der
Commissie de mondelinge klagers min of meer in strijd met
de wet verwijst naar Bouw- en Woningtoezicht, en dat de
afdoening van schriftelijke klachten in de meeste gevallen
een hoogst ongewenschte vertraging ondervindt.
Bovendien is aan de verwijzing van mondelinge klagers
naar Bouw- en Woningtoezicht dit nadeel verbonden, dat
de Commissie alle contróle op de afdoening der, op haar
verzoek onderzochte, mondelinge klachten mist, terwijl juist
van de wijze, waarop aan de klachten wordt tegemoetgekomen,
zoo bijzonder veel afhangt.
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSJE.