39
Had bij Burg, en Weth. een ander inzicht voorgezeten in
het belang van de door hen op grond van onbegrijpelijke
bezwaren verworpen regeling, dan ware de onverkwikke
lijke strijd, die in den loop van het jaar tusschen Burg, en
Weth. en Commissie te dezer zake is gevoerd, vermeden
geworden.
Ook nog in ander, niet minder belangrijk, opzicht was
de Commissie intusschen door de terugroeping van den
vroeger bij haar gedetacheerden Inspecteur van Bouw- en
Woningtoezicht zeer onthand. Zij kan toch in een stad als
den Haag, zoowel voor het vooronderzoek van grootere
complexen van onbewoonbare of te verbeteren woningen,
als voor het voorbereiden van andere onderzoekingen van
technischen aard, de hulp van een bezoldigden technicus
niet ontberen, en in de destijds aan Burg, en Weth. voor
gestelde regeling was dan ook ten opzichte van deze soort
van werkzaamheden eveneens een beroep gedaan op de
hulp van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht.
Nu Burg, en Weth. echter van die heele regeling niets
wilden weten, bleef der Commissie geen andere uitweg, dan
het aanstellen van een eigen technischen ambtenaar, waar
voor zij verhooging harer begrooting voor het jaar 1910 vroeg
met een bedrag van f 2000,—
Burg, en Weth. meenden echter ook hierop niet te kunnen
ingaan de Commissie moest zich maar zonder bezoldigde
technische hulp zien te redden, en dat standpunt bleven
Burg, en Weth. innemen, ook voor wat betreft de bijdrage
der Gemeente in de kosten der Commissie over het jaar
1911. Die bijdrage werd door den Gemeenteraad overeen
komstig het voorstel van Burg, en Weth. vastgesteld op
f 6000,in plaats van op de dezerzijds met het oog op
het zich verschaffen van technische hulp geraamde f8000,
Een beroep op Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland leidde
tot de volgende beslissing.
1
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.
De met Burg, en Weth. gevoerde correspondentie is in extenso
ofgedrukt in de Bijlagen van de Handelingen van den Gemeenteraad
over 1910, bl. 521—525, terwijl het daarna tot den Gemeenteraad ge
richt adres is te vinden op bl. 520 dier Bijlagen.