39 8 I „Bij (uwe) missive (dd. 31 October 1910) werden wjj ver- „zocht te bevorderen dat de bijdrage der gemeente’s-Gravenhage „aan Uwe Commissie voor het jaar 1911 in plaats van op „f 6000 op f 8000 worde gebracht. „Het eenige middel dat wij daartoe zouden hebben is „toepassing van art. 212 der Gemeentewet, het op de begroo- „ting brengen van eene door de wet aan de Gemeente opge legde uitgaaf behoudens beroep van den Raad op de Kroon.” „De verhooging der bijdrage was door Uwe Commissie „gemotiveerd door de naar Uwe meening noodzakelijke „aanstelling van een vasten technischen ambtenaar, met „verzekering van pensioen van hem en zijne weduwe. Wij „meenen dat de hiervoor noodige uitgaaf niet te beschouwen „is als eene uitgaaf door de wet aan de gemeente opgelegd „zoodat wy op grond van het bestaande verschil tusschen den „Raad en Uwe Commissie niet tot toepassing van art. 212 „der gemeentewet kunnen overgaan.” „Uw bezwaar tegen het besluit van den Raad is nader „door Uwen Voorzitter in de vergadering van ons College „op 5 December j. 1. toegelicht. Uit die toelichting mogen „wij opmaken, dat het Uwer Commissie minder te doen is „om de aanstelling van een vasten ambtenaar, dan wel om „voldoende gelden beschikbaar te hebben voor tjjdelyke „technische hulp. In hoeverre eene bijdrage van f 6000 daartoe „onvoldoende is kunnen wij bij gemis aan gegevens niet „beoordeelen.” „Wij merken op dat uit Uw verslag over 1909 blykt dat „het onderzoek naar de zuigelingen-sterfte in 1911 aanmer kelijk minder uitgaven zal vorderen dan in 1909 en 1910 „daarvoor werden gedaan en dat tot nog toe het rekenings „cijfer aanmerkelijk beneden het begrootingscijfer bleef. Hoe „dit zy, wij meenen ons met de vraag of de bijdrage on vol- „doende is om Uwen wettelijken werkkring te vervullen ons „dan slechts te kunnen bemoeien, indien die vraag gemotiveerd „by den Raad aan de orde is gebracht en daarop eene beslissing „genomen.” „Waar in den Raad algemeen eene groote waardeering „voor Uwe Commissie bleek, achten wij het evenwel niet „waarschijnlijk, dat haar de gelden, die voor tijdelijke VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 1156