39 9 HOOFDSTUK III. A. Waterkopen en slooten, enz. Van Burgemeester en Wethouders kwam bericht, dat de waterstand op het door de Albertine-, Agnes-, en Louise Henriettestraten omgeven bouwterrein door middel van een in goeden staat verkeerende aansluiting op het gemeenteriool voldoende laag gehouden kan worden: in het begin van het Dar was de waterstand ten minste beneden het maaiveld. Door de Commissie werd de aandacht van Burgemeester Toestand van water, bodem en lucht en hetgeen tot verbetering is geschied. „technische hulp inderdaad noodig mochten blijken, onthouden „zouden worden.” De hierboven geschetste, hoogst onbevredigende gang van zaken zal desniettegenstaande gehandhaafd moeten blijven, omdat, al gaat de Commissie, in sterker mate dan in het afgeloopen jaar, gebruik maken van bezoldigde tech nische hulp, de bezwaren, verbonden aan de behandeling van inkomende klachten, daarmede niet kunnen worden opge heven. De Commissie zal dan het overgroote deel der klachten zonder eenige controle op de afdoening moeten overlaten aan Bouw- en Woningtoezicht en zich, wat betreft verbetering van woningtoestanden, moeten bepalen tot het ook zonder ingekomen klachten doen onderzoeken van grootere complexen van woningen, ten einde daaromtrent voorstellen tot onbe- woonbaarverklaring of aanschrijving tot verbetering te doen. Of nu ook bij dit laatste, wegens het mogelijk in sterke mate ingrijpen in de door Bouw- en Woningtoezicht misschien zeer terecht gevolgde woningpolitiek, overleg met genoemden tak van dienst niet zeer gewenscht mag heeten, wenscht de Commissie in het midden te laten. Burgemeester en Wet houders van ’s-Gravenhage schijnen eene richtige samen werking tusschen Bouw- en Woningtoezicht en de Commissie ongewenscht te achten, en bij die meening, al betreurt zij die, heeft onze Commissie zich neer te leggen. Niet op de Gezondheidscommissie, doch op het Gemeentebestuur rust de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van deze opvatting. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 1157