39 24 Voorts vroegen Burgemeester en Wethouders het advies der Commissie omtrent onbewoonbaarverklaring van de per- ceelen Pronkstraat nos. 129 en 181, Weststraat nos. 1-41, 47 55 en 63 83, Pronkstraat nos. 19, 21, 27 35 en 39—47, Pronkstraat nos. 82 86, 94 106, 118- 126, Weststraat nos. 14 en 18—28, Noordeinde nos. 51 55 en Geest nos 44-46. Ten opzichte van al deze perceelen werd overeenkomstig de voorstellen van Bouw- en Woningtoezicht tot onbewoon- baarverklaring geadviseerd, terwijl tevens de onbewoonbaar- verklaring werd voorgesteld van de hierboven reeds vermelde perceelen Weststraat no. 57, Pronkstraat no. 17, Pronkstraat no. 110 en Weststraat no. 12. De onbewoonbaarverklaring van al de hierbedoelde perceelen was aan het eind van het verslagjaar nog bij het Gemeente bestuur in behandeling. Daar intusschen te Scheveningen reeds etteltfke woningen waren onbewoonbaar verklaard en nog heel wat onbewoon- baarverklaringen spoedig dreigden te volgen, meende de Commissie nogmaals onder de aandacht van Burgemeester Door den Gemeenteraad werd daarna de onbewoonbaar verklaring van al de hierbedoelde woningen uitgesproken. Tegen de onbewoonbaarverklaring van de perceelen Hout markt nos. 24, 26 en 27, Schedeldoekshaven nos. 78, 80, 82 en 84, Boekhorststraat no. 50 en Voldersgracht nos. 116, 118, 120, 122, 144 en 148 kwamen belanghebbenden vruch teloos bij Gedeputeerde Staten in beroep. De onbewoonbaar verklaring van perceel Pronkstraat no. 11, werd echter door Gedeputeerde Staten te niet gedaan op grond dat deze woning door het aanbrengen van verbeteringen alsnog in bewoon baren staat kon worden gebracht. In het geheel werden mitsdien in 1910 door den Gemeente raad 132 woningen onbewoonbaar verklaard, terwijl de onbewoonbaarverklaring van één dezer woningen door Gedeputeerde Staten werd vernietigd en die van drie woningen door den Gemeenteraad werd opgeheven, omdat alsnog vol daan was aan de aanschrijving tot verbetering. VERSLAG DEK GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 1172