39 29 van 0.70 M2. per hoofd, terwijl by elke slaapzaal een berg- kamer moet worden ontworpen. In Duitschland moet elke compagnie beschikken over een poetskamer van 45 M2., terwijl afzonderlijke eetzalen daar ruime toepassing vinden. Ten onzent geldt zelfs in de nieuwste kazernes het zoo genaamde éénkamerstelsel (een en dezelfde kamer doet dienst als slaapzaal, woonvertrek, eetkamer en poetslokaal. Tot in de nieuwste kazernes wordt voorts gevolgd het stelsel om de kribben twee aan twee tegen elkaar te plaatsen (zie bij bovenbedoeld praeadvies den plattegrond manschapslokaal kazerne type 1889 en kazerne bereden artillerie Ede 1907). Op het Congres voor Openbare Gezondheidsregeling is de stelling verdedigd, dat het wenschelijk is: a. de kazerne minder dicht te doen bewonen dan volgens het kazerneeringsreglement geoorloofd is; b. afzonderlijke eetzalen en afzonderlijke dag- en nacht verblijven in te voeren. Bij elke slaapzaal,werd ten Congresseverder betoogt, behoort: a. een waschgelegenheid, waarachter nachtprivaten en urinoirs. b. een drooghok, dat ook bestemd is tot het opbergen van schoenen en laarzen, om te voorkomen dat traan en leder- lucht zich in de slaapzaal verspreidt c. een zitkamerdeze niet gedacht als dagverblijf voor den soldaat (daarvoor moet worden bestemd het cantinegebouw c. a.), maar bestemd tot het ophangen van wapenen en uit rustingsstukken, tot het gebruik gedurende de kleine rusten enz. Wijders werd nog verlangd tusschen twee slaapzalen een waranda, bestemd voor het schoonmaken en uitkloppen van kleeren en uitrustingsstukken. De eetzaal zou dan ondergebracht behooren te worden in het cantinegebonw, waar zich behalve de keukens, nog een leeszaal bevindt, alles centraal verwarmd, en voorzien van de noodige privaten en urinoirs. Al onze kazernes, zoo werd betoogd, dragen nog te veel het karakter van wat zij onder het „ancien régime” waren, n-h een bergplaats van menschen, terwijl daarentegen de kazerne school en woning tegelijk zou moeten zyn. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 1177