39
34
binnentredende door het hoogste gedeelte van het lichtraam,
waarvan de bovenkant tot ongeveer 1.10 M., boven den
vloer van de galerij reikt. Het gevolg daarvan is dat het
op het tegenovergelegen gedeelte van de tweede galerij bij
somber weer zoo goed als donker is.
En wat de ventilatie betreft, die is nog minder dan de
verlichting.
Elk van de groote lichtramen heeft, gelijkvloers zoowel
als op elke galerij, een klein tuimelraam. Deze tuimelramen
zijn, blijkbaar na het bezoek van de heeren de Graeff en
van Boven, die aangedrongen hebben op valramen met
zvjwangen, voorzien geworden van laatstbedoelde inrichting,
welke evenwel bij deze soort van tuimelramen zoo goed als
geen zin heeft. Het spreekt van zelf, dat des nachts deze
tuimelramen meestentijds gesloten zullen zijn, daar in de
onmiddellijke nabijheid daarvan kribben zijn geplaatst.
Is dus de aanvoer van frissche lucht in de chambrée ten
eenenmale ondoelmatig ingericht en ook op zich zelf onvol
doende, nog erger is het gesteld met den afvoer van de
verbruikte lucht. Er bevinden zich in elke chambree slechts
twee luchtafvoerkanalen van veel te geringe capaciteit (12
bij 15 cM.) benevens een aantal openingen in den binnen
muur, welke uitkomen op de langs de ehambrées loopende
gangen. De atmosfeer op deze gangen nu is evenmin frisch
zulks voornamelijk tengevolge van de ligging vandeonmid-
dellyk op die gangen uitkomende keukens.
Alles te zamen genomen, is zulk een chambrée in de
Oranjekazerne meer een pakhuis van menschen dan een
behoorlijk woonverblijf te noemen. In gewone omstandig-
- heden wordt tegenwoordig zoo’n chambrée bewoond door
70, bij herhalingsoefeningen door 100 a 120 man. Maar het
lijdt geen twijfel, dat de 70 a 120 man die telkens in deze
kazerne gedurende korter of langer tijd in elke chambrée
moeten verblijven, aldus op zeer onhygiënische wijze zijn
gehuisvest.
De afwezigheid van afzonderlijke eetzalen en dagverblijven,
van poetskamers, nachtprivaten en waschlokalen in de on
middellijke nabijheid van de slaapzaal, het systeem van
galerijen in de ehambrées, de afwezigheid van plafonds, de
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.
I