39 38 Keukens. - beerput. Alle aanwezige beerputten kunnen en moeten naar onze meening ten spoedigste vervallen. In verband waarmede de noodige rechtstreeksche aansluitingen op het Gemeente- riool zouden zijn te maken. De keukeninrichting in de Oranjekazerne voldoet niet zelfs aan matig gestelde eischen. Alles geschiedt in één vertrek, er is geen afzonderlijke provisiekamer, geen afzonderlijke bijkeuken, geen behoorlijk afgescheiden bergplaats voor brandstoffen, geen spoelhok, geen afzonderlijke bergplaats voor potten en pannenkortom, alles wat by een behoorlijke keuken behoort, ontbreekt. Het Reglement op de kazerneering zegt wel, dat de keukens in kazerne-gebouwen moeten uitmunten door reinheid, maar dit is bij de in de Oranjekazerne bestaande inrichting een onmogelijke eisch. Waar in één vertrek moet worden gekookt en gebraden, het vaatwerk moet worden gespoeld, groenten moeten worden schoongemaakt, de brandstof wordt bewaard en verwerkt en bovendien nog voorraden van voedings middelen worden opgeborgen, daar is het den manschappen natuurlijk niet mogelijk aan het geheel een aanzien te geven, zooals men dat in een keuken mag eischen. In deze omstan digheden zindelijk en hygiënisch te werk te gaan, men kan het wel eischen, maar het is niet uitvoerbaar. Daarenboven gebruiken de koks dezelfde pakken bij het schrobben als bij het bereiden van het etenreeds nu zou het verschaffen van afzonderlijke schrobpakken een gewenschte maatregel zijn. De ventilatie van de keukens laat eenvoudig alles te wenschen over. Noch boven de kookketels, noch boven het braadfornuis is een wasemkap met afvoer aanwezig. Geven tileerd kan alleen worden door het openzetten van deur of raam. Aangezien er in de keukens natuurlijk heel wat geschrobd en gespoeld moet worden, is de vloer afwaterend gemaakt naar een der hoeken van het vertrek, waar zich een menage- waterkolk bevindt. Een dergelijke kolk in de keuken zelve kan niet bevordelijk zijn voor een frissche atmosfeer. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 1186