39
47
de paarden gestald. Ook hier werd door ons geen vocht in
de woonvertrekken waargenomen, behalve in een van de
onderof&cierswoningen.
Toestand van de manschappenkamers en de
verdere verblijven
a. De kamers voor de manschappen dienen het verhaal
wordt eentonig voor slaapzaal, eetzaal, dagverblijf, poets-
lokaal enz., tegelijk. De hoogte der verdieping in de chambrées
is onvoldoende. Zoo heeft in blok I kamer No. 11, (welke
bewoond wordt door 33 man, doch in buitengewone omstandig
heden 47 man moet herbergen) bij een oppervlak van 30.10
bij 5.85 M. slechts een hoogte van 3.25 M.
Een plafond ontbreekt: er is één kachel op deze zaal
aanwezig en de verwarming geschiedt dus ook hier weder
op hoogst onvoldoende wijze.
De plaatsing der bedden is gelijk aan die in de beide
andere kazernes; op den gang zijn nabij kamer No. 11 een
paar nachtprivaten aangebracht. Overigens zijn ook in deze
kazerne de troepenkamers allen gelegen boven de stallen,
welke geplafonneerde zolderingen hebben, wat evenwel in
onzen tijd niet kan gelden als een behoorlijke afscheiding
tusschen een stal en een woonverblijf.
De stalwachts slapen in den stal op stroo en dekken zich
daarbij met dekens. De oppassers van officierspaarden hebben
ook hier hun bed en hun heele hebben en houden in den
stal. Op kamer No. 10, Blok I, werd vuil en afval verzameld
in een open emmer.
b. De onderofficierswoningen met afzonderlijken opgang,
die in deze kazerne worden aangetroffen, zijn ook allen boven
de stallen gelegenin één dier woningen had men last van
vocht, vermoedelijk door het condenseeren der vochtige lucht
uit de daarbeneden gelegen stallen. In een andere dier
woningen, bestaande uit 3 kamers en spoelkeuken, liet de
verlichting van de vertrekken te wenschen over, terwijl in
de woning voor den opperwachtmeester in blok IV privaat-
stank geconstateerd werd.
c. De verblijven voor onderofficieren in blok IV, kamers No.
13 en 14 zijn slecht verlicht.
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.