39
51
tuimelramen, in welk lokaal het licht onderschept wordt
door groote hoornen.
Dit verslag werd na een paar kleine, thans daarin opge
nomen wijzigingen in de vergadering van 13 Mei 1910 onder
dankbetuiging aan de betrokken Sub-Commissie aangenomen,
waarna een tiental exemplaren van het verslag werd toege
zonden aan den Hoofdinspecteur van de Volksgezondheid, en
later op verzoek, nog een zevental exemplaren aan den Cen-
tralen Gezondheidsraad.
Aan den Inspecteur van de Volksgezondheid, den Heer
V?. van Boven, werd op zyri verzoek medegedeeld, dat in
Juni 1910 op het grondgebied der Gemeente ’s-Gravenhage
°P de navolgende plaatsen „tijdelijke verbleven van arbei
ders” werden aangetroffen:
1°. een keet aan de Afzanderijvaart;
2°. een keet aan den Moerweg;
Conclusie.
Ook de Alexander-kazerne is oud en verouderd. Ook hier
weer houten, van onder niet gestucadoorde trappen, woon
verblijven bijna allen boven de stallen van de paarden, zonder
dat gezorgd is voor een afdoende afscheiding tusschen stal
en woonverblijf. Ook hier weer een gebrekkige ventilatie;
slaapzalen van te lage verdieping; onvoldoende verwarming
van die tevens tot woon- en eetkamer bestemde slaapzalen
doorstuivende zolderingenonhygiënische wijze van plaatsing
der beddenprimitieve privaatinrichtingen waschinrichtingen
van dezelfde soort; kortom alles even onvoldoende.
Ook van deze kazerne kan men zeggen, dat het tijd is
om ze buiten gebruik te stellen.
Aan het slot van haar verslag gekomen, meent Uwe
Sub-Commissie haren dank te moeten uitspreken voor de
haar door de plaatselijke militaire autoriteiten (in het bijzonder
ook door de Heeren Officieren, die haar bij haar bezoeken
aan de verschillende kazernes hebben begeleid) betoonde
medewerking, door welke hare taak zeer zeker verlicht is
geworden.”
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.