I 39 54 ir Bijzondere Bewaarscholen. Ook wanneer men terdege maat heeft leeren houden bij het stellen van eischen, waaraan eene bewaarschool moet voldoen, dan nog moet de toestand, waarin tal van die scholen in deze Gemeente, wat lokaliteit en meubelen of wat het onderwijs, of wat beide betreft, treurig heeten. Kleine, muffe, onzindelijke kamers, slecht verlicht en niet, of nagenoeg niet geventileerd; slecht, of niet, ofte fel verwarmd, waarin een groot aantal kinderen den ganschen dag worden stilgehouden; groote holle lokalen, die compacte massa’s leerlingen in onoverzienbare, of onafzienbare klassen herbergen benedenhuizen met kunst en vliegwerk zoo goed mogelijk voor bewaarschool pas gemaakt; oude, ontredderde of slecht ingerichte banken; gebrek aan de allernoodigste leermiddelen, of enkele der fröbelgaven in geheel onvoldoend aantal, en in een toestand, die in de uiterst beperkte quantiteit volkomen doet berusten donkere, slecht geventileerde en nog slechter ingerichte privaten, waarbjj de urinoirs ontbreken; gebrek aan eenige waschgelegenheid, in eene bewaar school toch zoo gebiedend noodzakelijk; speelplaatsen, die wegens de geringe afmetingen, of wegens den toestand van vervuiling en verwaarloozing dien naam niet verdienen; Juffrouwen, die, wel verre van eenige acte of diploma te bezitten ook de eerste notie’s van het zoethouden van kinderen schenen te missen, soms bijgestaan door „help sters”, uitsluitend in zooverre geschikt om met kinderen om te gaan, als ze zelve kinderen zijn; Onderwijzeressen, die, geenerlei bevoegdheid bezittende, zich toch wel eenige geschiktheid hebben eigen gemaakt in het bezighouden der leerlingen, maar wie overigens met betrekking tot eene oordeelkundige afwisseling tus- schen les en spel, tusschen de verschillende „vakken”, fröbelen, teekenen, zingen, lichaamsoefeningen, alle be kendheid met de meest elementaire paedagogische begin selen vreemd bleek te zijn. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 1202