40 2 .besloten had uit het Bestuur van het Comité te treden”. Met innig leedwezen werd van dit bericht kennis genomen en besloten pogingen aan te wenden om den heer Jansen, die sedert 23 Januari 1906 als Voorzitter zitting had, op zijn besluit te doen terugkomen. Met voldoening mag worden medegedeeld, dat de heer Jansen te kennen heeft gegeven, in het Comité zitting te zullen blijven nemen. De heer L. J. J. Hageraats, van de oprichting van het Comité af, als onder-Voorzitter daarin zitting hebbende, deelde in de vergadering van 23 Mei mede, dat hij, tenge volge van zijne juist op dien dag ontvangen benoeming tot pastoor te Leiden, ontslag nam als lid van het Bestuur. Groot was de teleurstelling over deze zoo geheel onver wachte ontslagname. Staande de vergadering, werd, als erkenning van de vele en belangrijke diensten het Comité bewezen, den heer Hage raats het eere-lidmaatschap van het Comité aangeboden, dat door hem dankbaar werd aanvaard. De heer Hageraats deelde korten, tijd daarna mede, dat hij, om gezondheids redenen, voor zijne benoeming tot pastoor te Leiden bedankt had, en dientengevolge als eomitélid kon blijven zitting houden, van welke mededeeling met de meeste ingenomen heid werd kennis genomen. Andermaal ontving het Comité het bericht dat een zijner leden als zoodanig ontslag nam. Het was toch de heer W. R. A. C. Graaf van Rechteren Limpurg, sedert 24 November 1905 zitting hebbende, die, wegens woonplaatsverandering, als eomitélid uittrad. Een woord van dankbare hulde, voor hetgeen de heer van Rechteren Limpurg, gedurende den tijd welken hij aan het Comité verbonden was, daarvoor gedaan heeft, zij hem hier daarvoor gebracht. Uit overweging dat meerdere malen de noodzakelijkheid was aangetoond, dat het Comité in ledental eenige uitbreiding behoorde te ondergaan en ter vervulling van de plaats, open gevallen dooi- het uittreden van den heer W. R. A. C. Graaf van Rechteren Limpurg, r^brden de heeren A. F. R. E. Baron van Haersolte van den Doorn (oud-voorzitter van het Comité). Ph. van Itallie, Mr. HS. Baron Mackaij, Jhr. O J. A. Repelaer van Driel, Jhr. Mr. Dr. W. Roëll, J. D. Ruijs T.A.zn. en Arnold Spoel, bereid bevonden in het Comité zitting te nemen. In de plaats van den heer L. J. J. Hageraats werd in de vergadering van 23 Mei tot Onder-Voorzitter verkozen de heer R. H. Driessen. Hoewel de heer Driessen, na het aan blijven van den heer Hageraats, gemeend had dat de heer Hageraats het onder-voorzitterschap weder behoorde te aan- VERSLAG VAN HET COMITÉ VOOR VOLKSFEESTEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 1226