1 I il 1 15 A. Brugma. I De eigenaardige ligging van het lokaal (het is door een lange gang en hooge trap van de straat gescheiden) vraagt het aanwezig zijn van een portierster). Vóór 1 September 1910 is er gedurende 6 uren per week les gegeven, eerst door Mej. v. Dantzig, later door mij; tevens was er gedurende deze 6 uren een portierster aan wezig. Na 1 September 1910 wordt er door mij 1G uren per week les gegeven en is het aantal uren voor portiersdiensten op 5 gebracht, berekend naar het aantal schooltijden: */4 uur vóór en 'ƒ4 uur na het begin en het einde van eiken schooltijd. Dat het aantal uren voor portiersdiensten te klein en de verdeeling ervan niet practisch is te noemen is duidelijk, als men bedenkt, dat bjj het begin en aan het einde van eiken schooltijd d.i. om 8 uur. 12 uur, 2 uur en 4 uur ge durig leerlingen komen óf vertrekken; terwijl om 9 uur, 10 uur, 11 uur, en 3 uur gedurig leerlingen komen èn ver trekken. Vaak gebeurt het dan ook dat de oefeningen worden gestoord door laatkomers, waarvoor een andere jongen naar beneden moet, die, zelf op tijd present geweest zijnde, zijn ademoefeningen moet staken of geheel achterwege laten door de vermoeidheid van het traploopen. ’s-Gravenhage, 1 December 1910. VERSLAG ONDERW. AAN SPRAAKGEBR. LEERLINGEN. 42

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 1256