I 20 en Eva van Dantzig. J I eigenaardige moeilijkheden als zich toch kunnen voordoen. In een lesje komt de zin voor: „Ik heb een jongen gekend, die trotsch was.’’ Hij leest den zin heel goed in een adem. Daarna moet hy bijademen achter de komma, opzettelijke oefening dus. Daar komt de leerling niet uit; blyft telkens voor den bijzin steken. Ik laat nu den bewusten zin rusten geef, ter afleiding van deze moeilijkheid, zinnen te bedenken, die beginnen met: dat, deze, de, enz., ongetwijfeld zal dit tot het doel leiden. Omtrent de toepassing van artikel 9—15 der Instructie is een en ander in het voorgaande verwerkt. ’s-Hage, December 1910. 42 VERSLAG ONDERW. AAN SPRAAKGEBR. LEERLINGEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 1261