45
2
de
21
98
14
1
1
2
1
5
1
1
1
3
18
17
2
Deze vaartuigen
haven, terwijl de
vaartuigen overging in handen van reeders, welke niet te
Scheveningen woonachtig zijn. Voor een tiental bommen,
waarvoor de reparatiekosten te groot waren, werd een ver
klaring afgegeven, dat zij niet weder in de vaart zouden
worden gebracht en werden zij ook voor het meerendeel in
den loop van het jaar als lichters verkocht. De Scheve-
ningsche vloot, bestond in 1910 uit:
188 loggers, 97 bommen, 21 schokkers en 48 vletten.
Aan de trawlvisschery, waarvoor het eerste vaartuig
reeds den 3den Januari de haven verliet en het laatste den
9den Juni deze visscherij beëindigde, werd deelgenomen
door 42 loggers en 12 bommen, welke 520 reizen op de
haven deden. Bovendien kwamen 39 loggers voor de haven
voor anker en brachten hunne visch per roeiboot daarin
aan. In 1909 bedroegen deze cijfers resp. 27 loggers en 14
bommen, 374 reizen en brachten zestig loggers hunne visch
per roeiboot in de haven aan.
De resultaten der trawlvisschery waren bevredigend, de
hoogste besommer der loggers maakte f 3765, de hoogste
bom f 1188 bruto. De visscherij werd in het afgeloopen jaar
uitgeoefend voor het meerendeel met het scheernetbord, dat
geen stoom spil noodig heeft en waardoor dus op de exploi
tatiekosten aanmerkelijk bezuinigd wordt. Ook dit jaar was
het verlies aan vischtuig gelukkig gering.
De Scheveningsche kustvloot vermeerderde niet onbelang
rijk. Zij bestaat thans uit 21 schokkers en een 50tal vletten.
Deze vloot oefende in vereeniging met een 165 schokkers
van andere plaatsen, de kustvisscherjj op de haven uit.
Het gedeelte der Hollandsche kustvloot, hetwelk aan deze
visscherij deelnam was als volgt samengesteld:
vaartuigen
van Scheveningen.
Urk.
Maassluis.
Sliedrecht.
Volendam.
Katwijk.
Texel.
Pernisso.
Zwartewaal.
Veere.
Vlaardingen.
IJmuiden.
Den Helder.
Enkhuizen.
Egmond.
maakten gezamelijk 4116 reizen op
vletten in het voorjaar, voor zoover het
VERSLAG DER VISSCHERSHAVEN.
n
n
n
r>
r>
n
v
n
T>
V
n
n
r
n
T)
n
n
n
T)
n
n
r>
n
n
n
r>
v