47
„Rhode”, die een arbeidsbeurs voor vrouwen oprichtte in de
N. Schoolstraat. Het Bestuur betreurt de oprichting van een
dergelijke instelling naast de afdeeling voor vrouwen der
Gemeentelijke Arbeidsbeurs. Herhaalde pogingen om monde
ling overleg met genoemde Vereeniging te plegen, mochten
niet slagen. Het Bestuur der Vereeniging schreef: „dat er in
een stad van pl. m. 223.000 inwoners wel ruimte is voor
een vertrouwd, aanbevelenswaardig verhuurkantoor naast
Uw Arbeidsbeurs.” Aan de goede bedoeling der dames, die dit
Bestuur vormen, twijfelen wij geen oogenblik. Maar op een
gebied, waar naar centraliseering moet worden gestreefd, is
naast de Gemeentelijke een nieuwe instelling opgericht. Waar
zooveel maatschappelijke nooden voorziening vragen, meenen
wy dat het geld en de moeite nuttiger konden worden besteed.
Wat de inwendige aangelegenheden betreft, de maatregel
om voor de belangrijkste beroepen zekere uren aan te wijzen,
waarop men verzocht wordt bij voorkeur van de Arbeids
beurs gebruik te maken (timmerlieden 89, schilders 910,
enz.), heeft niet de gewenschte uitwerking gehad. De be
trokken werkgevers en werkzoekenden letten niet op de
aangegeven uren.
Wel had uitwerking, maar een andere dan beoogd werd,
het aanbrengen van afscheidingen tusschen de plaatsen waar
de inschrijving geschiedt, en de eigenlijke wachtkamers. Het
gevolg was n.L, dat van de wachtkamer voor niet-vaklieden
feitelijk geen gebruik meer wordt gemaakt. De klachten
over het onzindelijk gebruik dier wachtkamer hielden daar
mede op.
De verplaatsing van de Openbare Leeszaal deed het Bestuur
ernstig overwegen of naar de vrijgekomen vertrekken de
afd. voor vrouwen niet kon worden overgebracht. Ten slotte
achtte het Bestuur dit geen verbetering. Wel werd in de
bestaande afdeeling een verandering gemaakt, tengevolge
waarvan werkgevers en werkzoekenden ieder een afzonder
lijke ruimte verkregen.
De artikelen die de bevoegdheid geven het gebruik maken
der Arbeidsbeurs voor korter of langer tijd te ontzeggen,
behoefden in het afgeloopen jaar op arbeiders niet te worden
toegepast. Slechts eenmaal werd hiermede gedreigd. Daaren
tegen werd het wel toegepast op een werkgever, die een
arbeider niet te werk stelde, dien hij door de Arbeidsbeurs
had aangenomen. Bedoelde arbeider had, om bij dien werk
gever in dienst te treden, uit een vorige betrekking ontslag
genomen.
Van het boekje .Beroepskeuze” is de eerste oplage geheel
uitgedeeld. Daar er navraag bleef, verzocht en verkreeg het
bestuur toestemming van B. en W. voor een tweede, aan-
5
VEBSI.AG VAN DE ARBEIDSBEURS.