14 Vergelijkt men de cijfers verkregen in 1909 met die over 1910 dan valt dadelijk op, dat er van een verbetering wat de samenstelling der gewone handelsmelk betreft geen sprake is, terwijl het toezicht op den melkverkoop in het afgeloo- pen jaar geenszins is verminderd. Vraagt men naar de oor zaak van dit verschijnsel dan kan dit ten deele verklaard worden uit een strengere controle op de melk van die melkslij- ters waarvan bekend is dat zij knoeien, immers dit heeft ten ge volge dat vaak monsters worden genomen met een te laag ge halte aan voedende bestanddeelen en mitsdien met een te laag cijfer aan vet, maar bovendien ben ik overtuigd dat deze achteruitgang voor een belangrijk deel gezocht moet wor den in de opvatting van onze rechters omtrent de uitdruk king „doen plegen van een strafbaar feit”. Het is in onze gemeente bijna niet mogelijk met succes een vervolging tegen een melkverkooper in te stellen die zijn personeel ondeugdelijke melk laat venten, terwijl in die gevallen dat tegen den knecht proees-verbaal wordt opgemaakt wegens overtreding van art. 1 onzer verordening, deze, als zynde de materieele niet de moreel verantwoordelijke dader be grijpelijkerwijze met een zoodanige geldboete wordt gestraft, dat het voor den patroon altijd loonend is het vervalschen voor te zetten. De meest zonderlinge uitspraken komen tengevolge van de jongste jurisprudentie van ons hoogste rechtscollege aan gaande meer genoemden term hier ter stede voor en het verwondert mij dan ook geenszins, dat de vrees voor een proees-verbaal bij hen, die vervalschte melk laten verkoo- pen, dit zijn dus juist die melkslijters, die een vry grooten omzet hebben, zoo sterk is gedaald, dat van een bestrijding dezer knoeierij in dergelijke bedrijven weinig sprake is. Zoo ken ik een zaak waar regelmatig melk wordt vervalscht en waartegen, tot heden geen afdoende maatregelen zjjn te nemen. Nu de dienst gedurende een drietal jaren werkt, acht ik het noodig mede te deelen, dat er tusschen de melk geleverd door melkinrichtingen wat de samenstelling betreft, een vr\j constant verschil bestaat. Op grond van de onder- zoekingsresultaten van monsters in deze driejaren genomen, kan men de melkinrichtingen verdeelen in twee groepen, te weten: die, welke gewone handelsmelk leveren met een gemiddeld vetgehalte over elk jaar hooger dan 3.1 pCt. en die, welke melk verkoopen met een gehalte aan vet dat belangrijk lager is. Tot de laatste, gelukkig kleinste groep, d. w. z. tot die melkinrichtingen waarvan het vetgehalte der melk in ver- 48 VERSLAG KEURINGSDIENST VAN EET- EN DRINKWAREN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 1355