48
52
De volgende tabel toont duidelijk aan, dat er tussehen de
genoemde waarden geen constante verhouding bestaat.
1.0250
1.0264
1.0258
1.0254
1.0250
1.0269
1.0258
1.0274
1.3420
1.3431
1.3427
1.3425
1.3427
1.3433
1.3433
1.3433
8.6
8.6
8.6
8.3
8.3
8.0
8.6
9.0
3
4
5
6
8
Meer verband scheen er te bestaan tussehen de refractie
van het serum eu zijn droogrest. Kon men uit de bepaling
der brekingsindex, de droogrest van het serum berekenen,
dan zou met behulp van de eenvoudige kaasstofbepaling
volgens Matthaiopoulus het gewenschte cijfer in korter tijd
dan door de bepaling van de droogrest te verkrygen zijn.
Proeven in die richting genomen, voerden echter niet tot het
gewenschte resultaat.
Een tweede reeks proefnemingen werd echter naar ik
meen met meer succes bekroond en wel door behandeling
van karnemelk met alkaliën. De kaasstof, welke zich in
karnemelk heeft afgescheiden, kan door toevoeging van
alkaliën weer in oplossing worden gebracht.
Kali of natronloog leent zich tot het beoogde doel niet,
omdat ter neutralisatie van het gevormde melkzuur in den
regel vrij sterke oplossingen, dus oplossingen met een (in
vergelijking met dat van karnemelk) hoog specifiek gewicht
noodig zijn. Het lag dus voor de hand om gebruik te maken
van ammonia en als meest geschikt bleek een ammonia van
ongeveer 25 a 30 pCt. Het was ten einde zoo weinig mogelijk
verandering te brengen in het soortelijk gewicht der karne
melk zelf, van belang de hoeveelheid ammonia zoo gering
mogelijk te doen zijn, omdat daardoor een daling van het
specifiek gewicht der oorspronkelijke vloeistof zou kunnen
worden veroorzaakt. Immers een toevoeging van 5 ccm.
ammonia S. G. 0.900 28 proc. op 500 ccm. karnemelk
met een soortelijk gewicht 1.0300, zou het specifiek gewicht
van het verkregen product met ongeveer 1.3 melkgraden
verlagen. Hiervan nu wordt in de praktijk niets bemerkt
VERSLAG KEURINGSDIENST VAN EET- EN DRINKWAREN.
N».
1
S. G. karnemelk-
serum 15° C.
Brekingsindex
karnemelk-
serum 17» 2° C.
Vetvrije
droogrest
pCt.