140
1°. Grachten en Vaarten.
Het baggeren en op diepte houden van de vaarten
en grachten geschiedde in eigen beheer.
Er werd 8716 M3 grond en 20220 M3 bagger uit
de grachten verwijderd.
Van de uitgebaggerde specie werd aan particulieren
verkocht voor een bedrag van f3437.40, terwijl ten
dienste van de Openbare Reiniging voor een waarde
van f 1311.25 en van de Gemeente-Plantsoenen voor
een waarde van f 174.60 werd afgeleverd.
Van enkele werklieden liet de gezondheidstoestand
in het jaar 1910 veel te wenschen over. Ten gevolge
van een ongeval was bijv, een werkman gedurende
14 weken en 4 dagen, en een andere werkman ge
durende 7 weken en 1 dag verhinderd te werken.
Dezen menschen werd aan ziekengeld respectievelijk
f 184,16’ en f84,565 uitbetaald.
Een der werklieden, die lijdende is aan tuberculose,
was van 12 Juli 1910 af niet in staat te werken en
kostte alzoo in 1910 aan ziekengeld f262,70, terwijl een
andere werkman wegens zenuwziekte gedurende 17
weken en 4 dagen niet mocht werken en daardoor
f191,945 aan ziekengeld kostte.
Vereenigd met het voor de veelvuldig voorkomende
lichtere ongesteldheden uitbetaalde ziekengeld, bleek
aan het einde van 1910, dat over dat jaar aan zieken
geld een totaalbedrag van f 1743,165 aan de werklieden
bij de Gemeenteplantsoenen was uitgekeerd.
Simulatie van ziekte kon niet worden geconstateerd.
Voor het losse personeel werd (aangezien het perso
neel van de Plantsoenen niet onder de „Ongevallenwet
1901” valt) voor de ongevallenrisico eene verzekering
met de Verzekeringsbank „de Nieuwe Eerste Neder-
landsche” gesloten. Ongevallen kwamen echter onder
deze arbeiders niet voor.
e. Rivieren, kanalen, vaarten en bybehoorende
werken, als: waterkeerlngen, overlaten,
lynpaden, sluizen, duikers, beschoeiingen,
los- en laadplaatsen, bruggen, enz.