142 3°. Waterverversching. M3. hoeveelheden zijn begrepen M3. 12.721.095 15.536.925 15.725.502 14.160.423 20.260.983 78.404.928 15.680.986 3.634.666 519.238 Aangaande de exploitatie en het onderhoud van de werken der waterverversching valt het volgende mede te deelen: Februari Maart April Mei Te zamen. dat is gemiddeld of of nemen tot electrische exploitatie harer lijn naar Scheve- ningen, hetgeen den opzet van een nieuwe regeling noodig maakte. Ten behoeve van genoemde doortrekking werden in 1909 en 1910 nog een 22-tal huizen aangekocht. De in zee geloosde hoeveelheden water bedroeg: in Januari per maand, week, etmaal. Onder de geloosde 6.822.000 M3., welke gedurende de maand Mei voor rekening van de Gemeente kunstmatig zijn opgebracht, teneinde het grachtwater voor den zomer zooveel mo gelijk te ververschen, en 3.487.200 M3., welke van 26 Januari—5 Februari en van 8 tot 14 Februari kunst matig zijn opgebracht ten behoeve en voor rekening van Delfland, toen wegens te hooge zeestanden natuur lijke loozing onmogelijk was. Niet geloosd werd gedurende de periode der natuur lijke loozingen van 1 Januari tot ultimo April, wegens te hooge zeestanden bij 24 getijden. Op 1 Juni werd ingevolge de vergunningsvoorwaarden van Delfland de, den len Mei aangevangen, kunst matige loozing voortgezet. Het stoomgemaal werkte tot 1 October dag en nacht met vol vermogen, waardoor een voortdurende stroom in de grachten werd onderhouden. n n n n n n n n 7) n

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 142