15 50 Paarden. 160 Totaal af 19 Zoodat op 31 December 1910 aanwezig waren 164 eigen paarden. In den zomer was het aantal paarden 10 grooter, als gevolg van den reeds een paar jaren gevolgden regel om ongeschikt geworden paarden in het najaar te verkoopen en het daardoor ontstane incompleet eerst in het voorjaar weer aan te vullen. Met deze paarden werd voorzien in de bespanning der voer en werktuigen te ’s-Gravenhage, terwijl in die voor Scheve- ningen weder werd voorzien door gehuurde paarden, welke geleverd werden door de firma H. J. v. Weert te Scheveningen de overeenkomst met deze firma werd wederom voor een jaar verlengd. 23 paarden. 183 paarden. Hiervan overleden4 Verkocht werden wegens ongeschiktheid 15 1 toestel voor autogeen lasschen 1 wittoestel 3 ammoniak-verdampers 2 Torrens-ontsmettingstoestellen 1 desinfecteerpomp 1 desinfecteerspuit 1 desinfectiesproeier „Hygiea”; Ten einde het veegvuil, dat tot dusverre nog steeds op open wagens werd vervoerd, aan het gezicht te onttrekken en om het afwaaien van licht vuil te voorkomen, werden be doelde wagens tot een twintigtal, bij wijze van tijdelijke voorziening, met zeilen overdekt. Hierdoor kunnen deze wagens tevens dienen als reserve-wagens voor het ophalen van asch en huisvuil. Het aantal eigen paarden bedroeg op 31 December 1909 In den loop van het jaar werden aan gekocht MATERIEEL.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 1449