50 A
4
Organisatie.
c.
d.
e.
smettingsdienst rakende;
f. het vervoer van onbekende lijken.
Onder leiding en toezicht van den Directeur is de zorg
voor de uitvoering der dagelijksche werkzaamheden opge
dragen aan een hoofdopzichter 2e klasse, die hierin, en wel
meer bijzonder voor het toezicht op de ontsmettingswerk-
zaamheden, wordt bijgestaan door een opzichter en een
voorman. Bij samenvallen van veel ontsmettingen worden
bovendien een of meer assistent-opzichters toegevoegd. De
administratie wordt gevoerd op het Bureau der Openbare
Reiniging door een klerk. Deze ambtenaren behooren allen
tot het ambtenaren-personeel der Openbare Reiniging.
Met ingang van 1 Januari 1911 werd door Burgemeester en
Wethouders benoemd de Heer S. A. W. Vryland, arts, tot
Medicus-Adviseur van den Ontsmettingsdienst. Tot dien tijd
bleef Dr. T. W. Beukema in zijn functie als Tydelijk Inspecteur
tot bestrijding der Cholera werkzaam het ontslag uit deze
betrekking werd hem op de meest eervolle wyze door Burge-
Hoewel verschillende onderdeden van den dienst, waarvan
voorheen de zorg berustte bij de Secretarie (afd. Algem.
Zaken), bij de Politie e.a. slechts geleidelijk en voor een deel
eerst tegen het einde van het jaar bij den Ontsmettingsdienst
konden worden gebracht, en ofschoon eerst met ingang van
1 Januari 1911 de nieuwe kaartformulieren voor de aangifte
van gevallen van besmettelijke ziekten, voor de aanvrage
om ontsmetting, enz. worden gebruikt, kan het nuttig
zijn om de organisatie thans reeds te beschrijven, zooals
die na evengenoemden datum zal werken.
De Ontsmettingsdienst zorgt voor:
a. de administratie van de aangiften van besmettelyke
ziektegevallen door de geneesheeren en de mededeeling er
van aan verschillende autoriteiten;
b. het aanhechten en afnemen van het kenmerk, bedoeld
in art. 20 der Wet van 4 December 1872 (Stbl. 134);
het vervoer van lijders aan een besmettelijke ziekte
het ontsmetten van woningen en goederen
het verrichten van alle werkzaamheden den Ont-
VERSLAG GEMEENTELIJKE ONTSMETTINGSDIENST.