151 1. Verschillende zaken. ln. Gemeentelijk Grondbedrijf. in de Raadsvergadering van 27 Juni in handen van B. en W. gesteld om praeadvies. Den 19den December werd door den Raad besloten B. en W. te machtigen om aan den Minister van Wa terstaat over te leggen eene verklaring, waarbij de Gemeente zich verbindt te zullen naleven de voor waarden, waaronder door genoemden Minister vergunning werd verleend tot het hebben van een kruising van lijn 12 van het electrisch tramwegnet met de West- landsche Stoomtram op den Loosduinscheweg. Tevens werd bij die gelegenheid besloten met de Westlandsche Tramweg Maatschappij en met de Haagsche Tramweg Maatschappij een overeenkomst aan te gaan in zake het onderhoud en het gebruik dier kruising. Door de heeren W. Huijgens en F. A. Koch werd verzocht aan hen, voor zooveel de Gemeente betreft, concessie te verleenen voor den aanleg en de exploitatie van een een electrischen tramweg 's-Gravenhage-Was senaar- Leiden. Dit verzoek werd in de Raadsvergadering van 18 Mei in handen van B. en W. gesteld om prae advies. In de Raadsvergadering van 21 Maart werd de Wet houder van Financiën aangewezen om in de Vergadering van den Raad van State van 23 Maart toe te lichten de belangen der Gemeente met betrekking tot het be roep, ingcsteld tegen de niet-goedkeuring van het Raads besluit van 20 September 1909 in zake het Grondbedrijf. (Zie Jaarverslag over 1909 blz. 133). Bij Koninklijk Besluit van 4 Mei 1910 No. 80 werd, met vernietiging van het besluit van Gedeputeerde Staten, alsnog goedkeuring gehecht aan genoemd Raads besluit. Bij Raadsbesluit van 13 Juli 1910 werd besloten ver schillende terreinen rondom de Laakhaven in het Grondbedrijf in te brengen. In deze Raadsvergadering maakten de door B. en W. aan den Raad voorgestelde erfpachtsvoorwaarden, met de daarop voorgestelde amendementen, een onderwerp

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 151