52 17 VERSLAG GEMEENTELIJKEN HANDELSCURSDS. hoogst moeielijk is geregeld toezicht te houden. Dat nog een deel van een tweede gebouw in beslag genomen is, maakt het overzicht van het geheel nog moeielyker. In dit opzicht wijst alles op een overgangstoestand, waarin wel licht verdere ontwikkeling van het handelsonderwijs hier ter stede, verbetering kan brengen. Het onderwijs werd geregeld gegeven, zoowel in de avond- als in de morgenuren, by verordening vastgesteld. Het ver zuimen van leerlingen werd zoo krachtig mogelijk tegenge gaan en over het algemeen was het schoolbezoek bevredigend te noemen. Toch valt het te betreuren, dat nog te dikwijls drukke kantoorwerkzaamheden oorzaak zijn, dat leerlingen lessen, soms vele achtereen,’ moeten missen. De resultaten van het onderwijs worden daardoor verkort, terwijl het on tijdig verlaten van den cursus voor velen mede het gevolg is. Over den ijver der leerlingen, die voor een groot deel tevens een zware dagtaak te verrichten hebben, valt overigens niet te klagen en zij, die blyven volhouden, gaan geleidelijk vooruit en bereiken ten slotte een hoogte, die hen in vele opzichten kan doen beantwoorden aan de eischen van hun betrekking. Dat vele werkgevers beteekenis hechten aan de resultaten van het onderwijs aan den G. H., blijkt uit de talrijke aan vragen, tot ondergeteekende gericht, om bij vacatures op kantoren leerlingen daarvoor aan te bevelen. Een groot aan tal hunner heeft op deze wjjze een betrekking gekregen, die voor sommigen het uitgangspunt van hun werkkring was, voor velen promotie in finantiëelen zin beteekende of een overgang, die meer gewenschten arbeid gaf en een betere toekomst waarborgde. Omtrent de werkzaamheid der leeraren kan ondergeteekende in herhaling treden van hetgeen daaromtrent reeds in vorige verslagen werd opgemerkt. Het gunstige oordeel, toen uit gesproken, kan opnieuw bevestigd worden en ook toegepast op hen, die in het afgeloopen jaar tijdelijk aangesteld werden. De H.H. L. Molenaar, M. Hovingh, J. J. v. Tongeren, E. II. Sonnega en E. P. Wesseling vinden erkenning van hunne aarde voor den cursus in een vaste aanstelling als leeraar. Waar het personeel, dat aan den H. C. verbonden is, reeds uit 31 personen bestaat, is het begrijpelijk, dat ver zuimen, bijna altijd wegens ziekte, meermalen voorkomen. Soms zijn twee of meer leeraren tegelijk afwezig. Door zelf zooveel mogelyk by absentie van leeraren hun lessen over l,‘ nemen tracht ondergeteekende het onderwijs steeds ge- r<'gelden voortgang te geven, soms ook door combinatie van klassen. Alleen in het uiterste geval werd een klasse van w-n les vrijgesteld.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 1534