54 2 ’s-Gravenhage, 24 November 1910. Bij de beoordeeling van het schriftelijk werk was ook dezen keer weer veel toegeeflijkheid noodig wat betreft den vorm, waarin door vele leerlingen hare gedachten werden uitge drukt. Niet zelden was deze gebrekkig en het aantal taal fouten daarenboven niet gering. Van enkele leerlingen was echter ook in dit opzicht het geleverde werk zeer goed te noemen. De commissie meende dat, in aanmerking genomen het vroeger genoten onderwijs, de inhoud hier de hoofdzaak moest zijn. Het mondeling onderzoek van de hiervan niet vrijgestelde leerlingen van drie cursussen had plaats op 9 November ten overstaan van de geheele Commissie. De onderwijzers der cursussen deden zelf de vragensoms gaf de commissie aan, uit welk onderdeel van het programma der cursussen zij wenschte, dat de vragen gesteld werden. Voor de leerlingen der twee overige cursussen werd het mondeling onderzoek gehouden op 16 November. Het resultaat was, dat op laatst genoemden datum het getuigschrift der cursussen aan 78 van de 81 leerlingen kon worden uitgereikt. De Commissie eindigt haar verslag met een woord van dank aan Uw College voor het in haar gestelde vertrouwen. J. Fillekes. A. v. Rij. S. Hermina Croiset. VERSLAG CURSUS PAEDAGOGIEK.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 1558