54
8
KENNIS DER NATUUR.
Plant- en dierkunde).
(a.
Het examen in plant- en dierkunde gaf zeer uiteenloopende
resultaten. Ongeveer 3/5 van de candidaten had deze beide
vakken zóó bestudeerd, dat men met haar kon doorspreken
zonder telkens te stuiten op: „Dit hebben we niet gehad”.
Er was evenwel een minderheid, die niet verder wist te
gaan dan tot en met een meer of minder volledige beschrij
ving van twee of drie dieren: paard, mol. hond en twee a
drie planten-familiën, kruisbloemigen, lipbloemigen, vlinder
bloemen.
Zoodra naar aanleiding van de bespreking van zulk een
dier of zulk een plant vragen gedaan werden betreffende de
hoofdorganen en hun verrichtingen, bleven deze candidaten
het antwoord schuldig.
Het geven van een algemeen overzicht van het dieren- en
plantenrijk bleek moeilijk; dientengevolge bleek het even
moeilijk aan het besproken dier of de besproken plant de
juiste plaats aan te wijzen.
De vragen over dierkunde liepen hoofdzakelijk over het
uiterlijk voorkomen der gewervelde dieren, in verband met
hun leefwijze.
Gevraagd werd oa. een beschrijving van het gebit en de
ledematennaar het al- of niet aanwezig zijn van sleutel
beenderen.
Zoo gaven de eigenaardigheden van loop- grijp- klim- wroet-
vlieg- en zwemorganen, van de gebitten der gras- vruchten-
insectenetende en verscheurende dieren, alsmede de bijzon
dere wijzigingen in de organen van het in het water levend
zoogdier stof te over tot het stellen van vragen. De onge
wervelde dieren werden meer groepsgewijze behandeld.
Bij plantkunde werd, al of niet naar aanleiding van aan
wezige veldbloemen, een peen, een ui, een aardappel, een
asperge, gevraagd naar bijzondere eigenschappen en verrich
tingen van wortels, stengen, blad, bloem, vrucht, zaad. Ook
naar de kenmerken van de meest bekende plantenfamiliën,
Het verschil tusschen onderaardschen stengels en wortel,
tusschen vrucht en zaad was velen candidaten niet duidelijk.
Geen der candidaten wist o.a. te vertellen, wat een asperge
is, of hoe die zich uit de plant ontwikkelt.
Werd eindelijk de vraag gedaan: „Waarom komen dieren
en planten met elkaar overeen en waarin verschillen ze”?
dan bleef het antwoord uit of wel het was hoogst onvol
ledig.
VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE EXAMENS.