54 11 Spreken. Voor het examen in het vak spreken werd uitgegaan van een gesproken (niet gelezen) woord, zoodat dus de klank, niet de voorstelling, tot zijn recht kwam. Dit gesproken woord moest ontleed worden in de samenstellende gehoorde klanken, zóó als ze in het woord achtereenvolgens uitge sproken waren. Hierop volgde een bespreking dier klanken: 1°. naar de wijze hunner vorming; welke spraakwerk tuigen er bij te pas kwamen en welk aandeel deze in de vorming van den klank hadden; de articulatiepuntende vocaal-reeksen, waarin de klinkers gelegen warende betee- kenis dier vocaal-reeksenbij de tweeklanken, de samen stellende deelen ervan. 2°. naar hun verwantschap met andere. Bij dit onderzoek kwamen vanzelf te pas vragen omtrent de spraakwerktuigenhoe en waar stem ontstaathoe dat waar te nemen is; waar de stembanden geplaatst zijn; de werking van het middenrif bij de ademhaling; de midden- rifs-ribbenademhaling; de sleutelbeens-ademhaling; de wen- schelijkheid om zooveel mogelijk de klanken vóór in den mond te vormen; of de candidaten in staat waren zulks te doen; de g, k, ch, r; soorten r’s; wanneer de communicatie tusschen neus- en mondkeelholte gebruikt wordt enz. In den loop van elk examen werden eenige vragen gedaan als: hoe men kleine kinderen in casu van de bewaarschool op een opgewekte wfjze ademhalingsoefeningen zou kunnen laten doen; of, hoe men bij het systematisch aanleeren der klanken, een of anderen klank goed duidelijk of scherp zou kunnen leeren en doen articuleerenwelke klank een of anderen aan te leeren klank zou moeten voorafgaan; hoe men de lippen zou kunnen oefenen om ze beweeglijk, hoe de tong om haar veerkrachtig te maken; hoe de tongpunt-r aan te leeren, enz. De meeste candidaten faalden in het ontleden van het gesproken woord in zijn samenstellende, gesproken deelen. Die candidaten gaven blijk niet in staat te zijn, zich los te maken van de schriftelijke voorstelling. Uit haar mededeelingen omtrent de wijze van vorming der klanken bleek, dat de kennis daarvan te weinig verkregen was door eigen waarneming. Dikwijls verwarden zij de spraakwerktuigen op zoodanige wijze, dat er van een juiste omschrijving van de vorming der klanken weinig terecht kwam. Wisten de candidaten dikwijls goed op te noemen de reeks, waarin de vocaal tehuis behoorde, dan was dit blijkbaar een van buiten geleerd lesje en hadden ze geen begrip van de beteekenis der plaatsing in zulk een reeks. VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE-EXAMENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 1569