54
16
1.
2.
En als wij Zondag wandlen gaan,
krijgt pop haar schoone pakje aan.
Behandel één der onderstaande onderwerpen:
Het kind vraagt arbeid, toon aan, dat de Fröbelgaven
het daartoe gelegenheid geven.
Waarom geeft ge de voorkeur aan het vrije spel boven
Dat heeft den grooten deugniet
Een schrik op ’tlijf gejaagd.
En ’k denk, dat hij wel nooit meer
Een klein oud heertje plaagt.
’k Strijk Zaterdag dan jurk en schort,
dat alles glad en glanzig wordt.
Het strijkgoed vocht ik Vrijdag in,
de droge wasch is naar mijn zin.
Waar bandje of knoop is afgegaan,
daar zet ik Woensdag die weer aan.
En al wat oud is of gescheurd,
komt Donderdag dan aan de beurt.
Des Maandags sta ik aan de tob.
en wasch de kleertjes van mijn pop.
Des Dinsdags rek ik ’t droge goed,
en zie, wat ik verstellen moet.
De diender pakt het ventje
En vraagt hem, hoe hij heet.
En schrijft den naam in ’t boekje,
Zoo gauw, als hij hem weet.
De jonge lachte hartelijk;
Maar 't duurde niet heel lang,
Want kijk, daar kwam een diender;
Toen werd ons baasje bang.
OPSTEL (PAEDAGOGISCH).
2-3'/,.
B. Natte en droge wasch.
VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE-EXAMENS.