54 21 Teekenen. I De Commissie verheelt zich niet, dat illustratief teekenen uit den aard der zaak voor heel wat candidaten groote moeilijkheden oplevert, en dat het, om werkelijk aan het doel te beantwoorden, zeer veel oefening eischt. Vele candi daten hebben getoond, dat zij zich flink in dit vak hadden geoefend. Daarentegen ontvingen twee een onvoldoend cijfer en tien slechts een 5. De opgaven voor het bord luiddenMaak een schets over wandelen, paardje spelen, touwtje springen, knikkeren, aan ’t visschen, diabolo spelen, enz. De schetsen waren meestal zeer voldoende, dikwijls veel beter dan de teekening op papier. Paedagogiek. Van de drie opgaven voor een opstel kozen 12 candidaten het eerste onderwerp (over arbeid)-, 18 het tweede (over het vrije spel) en slechts één het laatste onderwerp (over een rooster van loerkzaamhederi). Over het geheel waren de opstellen vry goedenkele waren zelfs zeer goed. Taal- en stijlfouten ontsierden echter nog het werk van menige candidate. Ook dit jaar werd by het mondeling onderzoek aan de candidaten gelegenheid gegeven, te doen blijken, of ze met bewustheid haar taak in de bewaarschool vervullen en of het op de lessen gehoorde en in boeken gelezene aansluiting had gevonden bij haar werk in de klasse. Dikwyls was het een genoegen te hooien, hoe theorie en praktijk elkaar aanvul len en met welk een belangstelling de candidaten kennis genomen hadden van opvoedkundige werken, welke niet be paald leerboeken zijn. Enkele malen echter kwam het voor, dat de candidaten vreemde woorden gebruikten, waarvan zij de beteekenis niet begrepen hadden. Over het geheel mag evenwel gezegd worden, dat de uitkomsten van het monde ling onderzoek bevredigend waren. Fröbelleer. De meeste candidaten bleeken voldoende bekend te zyn met het onderling verband tusschen de speelgaven van Fröbel en met hetgeen er op dat gebied in den laatsten tijd is uit gekomen. Ook de vragen naar de opvoedkundige waarde der verschillende speelgaven werden door verscheiden candidaten goed beantwoord. Op de vraag, welken leergang men volgde bij het werken met de speelgaven van Fröbel, waren de ant woorden vaak onvoldoende. Zoo werden ook door verschillende candidaten niet vol doende beantwoord vragen zooals: „Wie was Frederik Fröbel Waarom noemde hij de inrichting, die hij voor jonge kinderen VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTEEXAMENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 1579