Bijlage 56 VERSLAG van den Gemeentelijken Schoolartsendienst. Bij Raadsbesluit van den 25en April 1910 werden de heeren Dr. j. W. H. Wijsman en Dr. J. J. R. Moquette voor den tyd van één jaar tot assistent-schoolartsen aangesteld. Zij aan vaardden hun ambt op 1 Juni daaraanvolgende. Overeenkomstig artikel 2 der Instructie werd Dr. Wijsman Ingevolge het bepaalde in artikel 8 zijner Instructie (Verz. no. 9 van 1910) heeft ondergeteekende de eer het volgend verslag van zijne verrichtingen, zoowel als van die der assistent-schoolartsen, aan uw College in te zenden. De schoolartsendienst is, toen het perceel aan de Nieuwe Haven no. 10, waarin gedurende twee jaren gearbeid werd, moest verlaten worden, in Februari 1910 overgebracht naar het perceel Laan n°. 32. Alleen de ligging van dit gebouw, meer in het centrum der gemeente, en toch veel dichter bij de wijken, waar de meeste arbeiders wonen, en dus de meeste volksscholen te vinden zijn, kon daartoe leiden; in andere opzichten staat het achter bij het vorige vooral wat ruimte betreft, er kan b.v. geen afzonderlijke onderzoekkamer voor den assistent-schoolarts gemaakt worden, hetgeen voor de snel heid van den dienst belemmerend is. Kleinere gebreken zijn o.a. de gebrekkige waterleiding, etc. In verband met de in gebruikneming van perceel Prinse- gracht no. 50/Brouwersgracht no. 2 door de Gemeentelijke Reinigings-, Ontsmettings- en Keuringsdiensten is aan de betrokken autoriteit in overweging gegeven, een der nog bij laatstgenoemden dienst in gebruik zijnde panden voor den schoolartsendienst te bestemmen, welke daardoor eindelijk een geschikt onderkomen zoude vinden. Door de aanstelling van twee assistent-schoolartsen en de daaraan geëvenredigde vermeerdering van het klerken-personeel is de tegenwoordige localiteit Laan n°. 32 vee) te klein geworden, zoodat niet alles, wat de schoolartsendienst zoude vermogen te praesteeren, tot zijn recht kan komen. 1. Gebouw van den dienst. 2. Personeel.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 1599